GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 556

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 556

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

het Nederlandse volk geschaad", zo luidde het oordeel van het tribunaal. Wat voor de rechters een routinehandeling moet zijn geweest, heeft bij Hans Andreus diep ingegrepen. Het is in deze t|jd geweest dat hij voor het eerst onder behandeling van een psychiater is geweest wegens depressieve klachten.

Hans Andreus samen m e t zijn m o e d e r in 1947: er zijn aanwijzingen dat de l<leine Joiian van t i j d t o t t i j d ernstig verwaarloosd en mogelijl< ook mishandeld w e r d .

het niet makkelijk om de sporen ervan aan te wijzen in zijn gedichten. In zijn vijfde dichtbundel uit 1953 staat echter een passage die direkt aan de oorlog lijkt te herinneren: "Ik lag in een veld vol graan er werd geschoten er / sprongen glimmende stukjes aarde in mijn ogen". Maar misschien nog ingrijpender dan de ervaring zelf, moet het gevoel van schaamte en schande zijn geweest waarmee Andreus na de oorlog werd geconfronteerd. De angstvallig geheim gehouden episode blijft als een mist over het verdere levensverhaal van de dichter hangen, althans over het levensverhaal zoals dat in de biografie wordt verteld. Soms lijkt de gebeurtenis op de achtergrond te raken, maar iedere keer is er weer een moment waarop de zaak opnieuw aan de orde komt. In 1947 moest Andreus, net als iedereen die in Duitse krijgsdienst was geweest, voor het bijzonder gerechtshof verschijnen. De uitspraak was gunstig voor hem. Hij had weliswaar gediend in het legioen, "maar hij had niet desbewust de belangen van

40

WCS DECEMBER

1996

Klimaat Na de oorlog kon de opbouw van Andreus' literaire carrière beginnen. Tegen het eind van 1945 heeft hij onder de naam Hans Andreus - de naam die hij vanaf dat moment definitief is gaan gebruiken - zijn eerste gedichten naar tijdschriften gestuurd. Ze werden niet geplaatst. Na een paar jaar toneelschool en een blauwe maandag als nachtcorrector bij de Volkskrant, volgde in 1948 het moment waarop Hans Andreus besloot zich definitief en uitsluitend aan de literatuur te wijden. Hij gaf zijn betaalde baan op en moest verder maar zien dat hij door te schrijven aan de kost kwam. Dat heeft hem bij tijd en wijlen veel moeite gekost. Zijn leven lang heeft hij zich behalve aan de poëzie ook moeten wijden aan zogenaamde 'broodschrijverij'. Met hoorspelen, vertaalwerk en reclame-opdrachten viel meer geld te verdienen dan met poëzie. Een slogan als 'U proeft de rulle tarwe' over Tarvito biscuits, schijnt aan Hans Andreus te moeten worden toegeschreven. Biograaf Van der Vegt geeft in zijn beschrijving van de na-oorlogse periode - Andreus woonde eerst in Amsterdam en vertrok in 1951 zoals veel Nederlandse kunstenaars naar Parijs - een beeld van het literaire klimaat in die jaren. Het is de periode van de opkomst van de Vijftigers. Lucebert m.et wie Andreus al sinds zijn puberteit bevriend was, wordt gezien als een van de voortrekkers van de experimentele beweging. Andreus zelf was voorzichtiger, maar begon in die jaren ook met de taal te experimenteren, zoals in de strofe uit zijn debuutbundel uit 1951: "Ik streel haar strawinsky / strawinsky spreekt andante / jagen en juichen slapen / ik streel haar hier slapen." In Parijs, waar Andreus op uitnodiging van zijn vriend Simon Vinkenoog naar

toe ging, kwam hij in aanraking met de groep aldaar gevestigde dichters en schrijvers: Hugo Claus, Rudy Kousbroek, Conieille en Karel Appel. Ook Bert Schierbeek, Reraco Carapert en Lucebert kwamen geregeld naar Parijs, waar hevig werd gediscussieerd, gefeest en gedronken. Andreus hield zich een beetje afzijdig van alle drukte en had zich bovendien in een grote liefde gestort. De relatie met de Parisienne Odile Lienaid, die bij het secretariaat van Unesco werkte, heeft tot 1955 geduurd. Het waren produktieve jaren voor Andreus, de oorlogsherinneringen leken ver weg, de benauwenis van zijn jeugdjaren raakte wat op de achtergrond. Hij schreef uitbundige gedichten en liefdespoëzie, alhoewel van tijd tot tijd ook de depressie toesloeg. Na twee jaar Parijs besloten Hans Andreus en Odile Lienard naar Italië te vertrekken. Wat volgde had het meeste weg van een eindeloze vakantie. Op de foto's uit deze periode die in de biografie zijn afgedrukt, staan de dichter en zijn geliefde afgebeeld met dromerige naar de zon gekeerde gezichten. De Renaissancekunst maakt grote indruk op Andreus. Aan Simon Vinkenoog schrijft hij: "Het is waar dat dit reizen, vooral in Italië, een verandering in iemand te weeg brengt. Ik die met een zekere goedmoedigheid en - bewaarmij - een soort partijgeest het halve of valse of middelmatige in de moderne kunst over het hoofd heb gezien, ik heb daar nu geen geduld meer voor. Ik weet niet goed wat het woord traditie betekent, maar ik interesseer mij alleen voor wat goed is." In de zomer van 1954 stak echter de depressie de kop weer op. Andreus raakte somber en in zichzelf gekeerd. De idylle eindigde in Rome waar Hans Andreus volledig instortte. Hij werd door Odile Lienard en Hugo Claus, die op dat moment ook in Rome woonde, op het vliegtuig naar Amsterdam gezet. Claus schreef daarover: "eergisteren, lijk bijna in ontbinding, met witte verschoven ogen en dunne kinderarmpjes met het vliegtuig naar Holland vertrokken."

Hans Andreus was er zo slecht aan toe dat hij niet voor zichzelf kon zorgen en opgenomen moest worden in Zieken-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 556

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's