GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 113

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 113

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

verliezers aan te treffen. Alex de Voogt: "De variatie is echt enorm groot. Als je goed Bao kunt spelen, kun je ook alleen maar goed Bao spelen. Net zoals het feit dat je goed bent in schaken niet automatisch betekent dat je in ook nog iets anders goed moet zijn. In wetenschappelijk onderzoek is een vaag verband aangetroffen tussen goed kunnen schaken en aanleg voor wiskunde. Maar erg overtuigend is dat verband niet; h e t geeft veeleer aanleiding tot de gedachte dat wiskundigen vaker geïnteresseerd zijn in schaken." MEESTERSCHAP

Waarom zijn sommige mensen dan goed in een bepaald spel en anderen niet? Volgens de methodoloog A.D. de Groot, die onderzoek heeft gedaan naar het denken van schal<:ers is het allemaal een kwestie van oefening. Alex de Voogt is het daar niet mee eens. Er is heel wat dat deze stelling weerspreekt. In Zanzibar was bijvoorbeeld een groot talent, een jongetje dat op twaalfjarige leeftijd Bao leerde en al heel gauw zeer gerenommeerde spelers versloeg. Twee jaar later was hij grootmeester. Toch oefende hij niet veel meer dan zijn leeftijdsgenootjes. In Zanzibar hebben mensen vanwege de hoge prijs daarvan geen speelbord thuiS; ze spelen het op de club, na schooltijd tussen vier en zes, en zondag de hele dag. Een andere manier van oefenen bestaat niet: anders dan bij het schal<en is er geen literatuur die je kunt bestuderen en waarmee het eigen spelniveau kan worden verhoogd. Een Afrikaanse jongen (meisjes worden niet aangetroffen op de clubs) kan slechts op vaste tijden spelen en alleen door te spelen is het spel te leren. Zou talent voor het spel dan aangeboren kunnen zijn? Dat is goed denkbaar, maar toch niet het meest essentiële. Oefening is en blijft belangrijk, alleen de kern van de zaalc is dat je moet weten wat te oefenen. Het draait om de beheersing van diverse trucs. Bao is een spel waarbij zaden in hokjes moeten worden verdeeld. De speler kan proberen al die verschillende hokjes te onthouden, maar aangezien het geheugen beperkt is, blijkt dat niet zo'n goede strategie. Het komt er op aan het juiste hokje te onthouden en de andere te vergeten. Alex de Voogt: "De trucs kun je leren van een leraar of ze zelf ontwik-

kelen als je eenmaal een bepaald niveau hebt bereikt. Daarmee bereik je persoonlijk meesterschap en heb je iets te bieden dat je andere mensen kunt leren." Bestudering van een spel als Bao leert veel over de beperkingen van de menselijke geest. Vaardigheden als het vermogen tot doorrekenen en vooruitdenken zijn wezenlijk voor het spel, maar daarin tonen zich die beperkingen het duidelijkst. Het geheugen is niet alleen beperkt in de hoeveelheid informatie die het verwerken kan maar ook, zoals uit Bao-experimenten blijkt, in de hoeveelheid veranderingen van informatie in het korte-termijngeheugen. In de psychologie is al langer bekend dat mensen die een reeks willekeurige getallen opgesomd krijgen, niet in staat zijn meer dan om en nabij zeven getallen daarvan te onthouden; die zeven getallen mogen ook nog eens niet vervangen worden door andere getallen om ze te kunnen blijven onthouden. Voor een computer is dat doorrekenen heel wat gemalckelijker. Topspelers blinken doorgaans niet uit in het hebben van een uitzonderlijke geheugencapaciteit; meer door het vermogen hoofdzal<en van bijzaken te kunnen onderscheiden. Ook voor topspelers gelden de beperkingen en zwakheden van de menselijke geest. Maar zonder die zwakheden is ook geen meesterschap in het spel denkbaar. INTIMIDATIE

En dan is er de psychologische oorlogsvoering die een beperking aan de menselijke geest oplegt. Huizinga constateerde in 'Homo ludens' dat oorlog ook een soort spel is, alleen een geperverteerd soort spel; alle spelregels en idealen van fair play neigen ertoe in een oorlog te verdwijnen; slechts één doelstelling blijft over: het winnen. Alle middelen, inclusief list en bedrog, worden ondergeschikt gemaal<t aan dat ene doel. Huizinga betreurde die teloorgang van de aloude ridderlijke moraal. Maar het omgekeerde gebeurt ook. Vele spelen zijn een vorm van oorlogsvoering. Bao staat gerangschikt als een oorlogsspel; een spel waarin het erom gaat de tegenstander te verslaan, te vernietigen, van het bord te vegen Diverse listen en lagen worden tijdens het spel in stelling gebracht. Dat

WETENSCHAP,

CULTUUR

et) SAMENLEVING

4i

- MAART

gebeurt bij Bao, maar ook bij andere sporten en spelen. De een gaat daarin verder dan de ander. Van een schaker als Bobby Fisher was bekend dat hij weinig middelen schuwde om zijn doel te bereiken; hij was daarbij niet vies van enige grofheid. Intimerend kan zijn dat een tegenstander met veel poeha wordt uitgedaagd met het doel hem onder de stress te laten bezwijken. Of een speler schreeuwt plotseling keihard, hetgeen de concentratie van zijn opponent niet ten goede komt. Er worden soms onreglementaire zetten gedaan, maar ook reglementair geoorloofde zetten k u n n e n een i n t i m i d e r e n d effect hebben; als de tegenstander een opening heeft die de ander niet kent, zal de verwarring snel toeslaan. De druk van de wedstrijd pleegt een zware aanslag op de geestelijke vermogens. Het is bekend dat finalepartijen in schaken of voetballen vaak niet om aan te zien zijn. In zoverre verschilt Bao niet van enig ander spel. Dee beperktheid van de menselijke geest maakt een spel onvoorspelbaar en daarom spannend; een sterke speler kan toch van een zwakker geachte opponent verliezen. Bij Bao komt daar nog iets bij. In Zanzibar zeggen ze: Bao is een poot van de duivel. Ze bedoelen dat je van het spel zelf kunt verliezen. Dat riekt naar Afrikaans bijgeloof, maar er zit wel degelijk een rationele gedachte achter. Een Bao-meester kan, als hij heel goed is, misschien vijf zetten vooruitdenken, en zijn tegenstander hooguit drie. En toch verliest hij, want bij de zesde zet blijkt dat de vijfde zet die hij vooruit had bedacht, een slechte was. Anders dan bij schalden kan bij Bao de situatie op het bord zich van het ene moment op het andere volledig wijzigen. Dan, zo heet het, verlies je van het spel zelf. Alex de Voogt: "Dat komt maar heel weinig voor. Het is echt een van de diepste inzichten die je k u n t krijgen om te ervaren dat het spel zelf ook zijn nukken heeft."

Alexander J. de Voogt, 'Limits of the mind, towards a characterisation of Bao mastership', Research School CNWS Leiden, 1995.

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 113

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's