GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 252

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 252

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

ESSAY

Scheppen uit het niets Hoe (on)waarschijnlijk is het ontstaan van leven, en de ontwikkeling van hogere vormen daarvan, uit dode stof? De argumenten en overwegingen van een bioloog die tracht aan te tonen dat puur toeval op dit punt uitgesloten moet worden geacht.

D R . F. P A E S I

"In den beginne schiep God de hemel en de aarde." Met deze machtige woorden begint de bijbel. In hoofdstuk 1 vertelt de schrijver van het eerste bijbelboek dan over de schepping en van de levende wezens, die de aarde bevolken. Men voelt dat hij met verbazing en bewondering heeft gekeken naar de onuitputtelijke veelvormigheid en de schoonheid van de planten- en dierenwereld. Hij was er zeker van dat een vis, een vogel, een lelie, een mens, niet zomaar konden zijn ontstaan, maar dat ze ontworpen en geschapen moesten zijn. Kunnen we tegenwoordig nog zo vol eerbied kijken naar een roos, een pauw of een paradijsvogel en er daarbij van overtuigd ral<en dat die niet zonder het initiatief van een scheppend en schoonheidminnend vernuft ontstaan kunnen zijn? Wij twintigste-eeuwers hebben terecht een groot respect voor de resultaten van wetenschappelijk werk. We kunnen ons maar moeilijk voorstellen, dat er grenzen zouden zijn aan het vermogen van de mens om natuurverschijnselen, inbegrepen het ontstaan van leven, te verklaren. In de zeventiende en achttiende eeuw leidden waarnemingen met sterrenkijker en microscoop tot groot optimisme over al wat ons denken eens zou kunnen doorgronden. Het was het tijdperk van de Verlichting. Het verstand werd als sleutel tot alle wijsheid en geluk beschouwd. Omdat het bestaan van een schepper, naar men meende, niet te bewijzen of aannemelijk te malcen was, werd het geloof in God voor bijgeloof gehouden, dat overwonnen moest worden. Bekend is het verwijt van de dichter Wieland aan Napoleon, dat deze in Frankrijk de godsdienstoefeningen nog niet had verboden. WETENSCHAP,

CULTUUR

O) SAMENLEVING

14

- JUNI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 252

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's