GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 248

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 248

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is ja of nee, zwart of wit-, dat klinkt als een nogal gereformeerde opstelling. "Misschien komt dat wel doordat Cliteur aan de Vrije Universiteit studeerde? Het is in elk geval een manier van denken in gesloten blokken die merkwaardige consequenties heeft. Terwijl de standpunten van bijvoorbeeld een creationist en een atheïst in werkelijkheid mijlenver van elkaar verwijderd zijn, herkent de een zich blijkbaar in de rechtlijnigheid van de ander. En vanuit die wederzijdse sympathie keren zij zich vervolgens tegen mensen die, zoals ik, er een relativerender opvatting op na willen houden, en die in feite een middenpositie innemen. Dat is ze dan ineens weer niet stralc genoeg, te ongrijpbaar."

In boeveiie maakt ook mededogen deel uit van jouw bezieling} Uit je publikaties spieekt een zekeie deernis met het type gelovigen dat dooi de voortdurende confrontaties tussen geloof en wetenschap geestelijk in de problemen is geraakt. "Ook dat speelt een rol. Ik heb groot respect voor de wetenschap. Maar ik voel me ook b e t r o k k e n bij de geloofstraditie. Bovendien ergert mij de manier waarop sommigen met de verhouding tussen geloof en wetenschap zijn omgegaan, hetzij door vanuit een van beide k a m p e n een onverzoenlijke conflicthouding aan te nemen, hetzij door te trachten de zaak op een geweldig naïeve manier in elkaar te schuiven. Het laatste is net zo funest als een louter defensieve opstelling of - en dat is dan het tegenovergestelde - de neiging om dingen die wel degelijk nog van waarde zijn óók maar in de prullenbak te gooien. Daar tussenin wil ik blijven zoeken naar een manier om de geloofstradities op een vrije, niet-defensieve manier te herformuleren en een eigen plaats te geven tegen de achtergrond van wat we dankzij de wetenschap te weten zijn gekomen."

'Gaandeweg ben ik die afbakening tussen die disciplines kwijt geraakt; ik kan er soms nog wel eens heimwee naar hebben."

Daarmee sluit ie aan hi] de vrijzinnige traditie. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het vrijzinnig protestantse perspectief dat expliciet in je leeropdracht staat vermeld. Wat is er nu precies vrijzinnig aan dat perspectief! "Vrijzinnig daaraan is vooral de gedachte dat het geloof geen pakket is, dat ons ooit compleet en kant en klaar werd aangereikt, maar iets dat voortdurend in ontwikkeling blijft. Ik wil respectvol omgaan met het verleden. Maar we komen ook steeds weer nieuwe dingen op het spoor die verdisconteerd zullen moeten worden in wat we geloven. "Zo'n ontwikkelingsvisie op het geloof wordt je overigens niet door iedereen in dank afgenomen; niet door de meer orthodoxe gelovigen, maar ook niet door ongelovigen. Een h u m a n i s t als de filosoof Paul Cliteur die in het vorige nummer van jullie blad werd geïnterviewd, zegt bijvoorbeeld ronduit dat hij bij voorkeur te maken heeft met orthodoxe gelovigen. 'Ik heb wel sympathie voor iemand die in geloofszaken een scherp gemarkeerde positie inneemt', zei hij vorige maand op deze plek. Op mensen die dat niet doen en die geloven dat er 'iets' moet zijn, ook al weten ze niet precies wat, en die zich op grond daarvan religieus noemen, heeft Cliteur het niet begrepen. 'Zulke mensen denken nauwelijks na', zegt hij, 'zij zijn intellectuele luiwammesen'. "Wat Cliteur door elkaar haalt is enerzijds de noodzaak om ten behoeve van een debat twee contrasterende posities in te nemen, en anderzijds de realiteit dat je al nadenkend soms moet kunnen toegeven dat geen van beide uitersten op den duur erg bevredigend is. Dat mag dan tot onzekerheid en onduidelijkheid aanleiding geven, maar met geestelijke luiheid heeft het absoluut niets van doen; die kwalificatie vind ik eerder passen bij het stralc vasthouden aan een eenmaal ingenomen, extreem standpunt."

WETENSCHAP,

CULTUUR

Er is nog een verschil tussen jouw vrijzinnigheid en de orthodoxie. In tegenstelling tot de starre houding van laatstgenoemde stroming, zijn vrijzinnigen altijd al erg pro-Verlichting en -vooruitgang geweest. "De vrijzinnig protestantse traditie berust op een positieve levenshouding. Zij heeft van oudsher inderdaad veel meer waardering voor de wetenschap - überhaupt voor de Verlichting als geheel en voor andere historische prod u k t e n van de menselijke c u l t u u r dan de reformatorische wijsbegeerte, waar de Verlichting vaker als een ontsporing van de menselijke cultuur wordt gezien. Daar tekent zich inderdaad een scherp contrast af."

Is dat een kwestie van cultuurpessimisme versus -optimisme! "Vrijzinnigheid is geen synoniem voor het kritiekloos ophemelen van wetenschap en techniek. Er zijn op dit punt ook onder vrijzinnigen genoeg pessimisten te vinden. Het gaat om de royale erkenning dat er een geweldige vooruitgang in onze kennis heeft plaatsgevonden. Dat heeft de mens sterk veranderd. Maar dat betekent uiteraard niet dat hij zich daardoor ook beter is gaan gedragen." En die vrijzinnige houding breng je over op je Twentse studenten. "Ik wil ze primair aan het denken zetten over de relatie tussen wetenschap en levensbeschouwing. Maar ze hoeven zich niet per se tot mijn standpunt te bekeren. Een student die een werkstuk schrijft waarin een andere opvatting wordt verkondigd dan de mijne, kan van mij een hoog cijfer krijgen, mits dat verhaal weldoordacht en goed beargumenteerd is. Ik ben dus niet steeds bezig mijn eigen boodschap te verkondigen." Zo'n boodschap heb je wel. fe bent, begrijp ik uit de oratie die je in Enschede hield, vóór een boedelscheiding tussen geloof en wetenschap; die twee moeten niet teveel in eikaars vaarwater zitten. Maar je bent tegelijkertijd tégen het standpunt van de KNAW die stelde dat de twee helemaal niets met elkaar te maken hebben. Dat laatste is je weer te radikaal omdat het leidt tot wederzijdse onverschilligheid. Waar zit precies de nuance!

&) SAMENLEVING

10

- IUNI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 248

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's