GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 273

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 273

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De natuurbeschermingsorganisaties vechten dit soort berekeningen overigens aan door te stellen dat de aankoop-investeringen slechts eenmalig zijn terwijl de beheersvergoedingen in principe oneindig zijn. Ingenieursbureau Berenschot rekende uit dat na ongeveer twintig tot dertig jaar de aankoop van natuur al goedkoper is dan de opgetelde jarenlange vergoedingen. Postzegels

De discussie over kosten loopt al zo lang agrarisch natuurbeheer in beeld is. Het Centrum voor Landbouw en Milieu zette alle berekeningen over de kosten eens naast elkaar en kwam tot de conclusie dat er eigenlijk niet één berekening de toets der kritiek echt kon doorstaan. Alle cijferaars hebben hun eigen belangen bij de resultaten van de berekeningen. En dat is ook tekenend voor de discussie over het agrarisch natuurbeheer: de beide kampen slaan elkaar om de oren met 'natuurdoelen' en 'natuurbeelden' zonder het er over eens te zijn waar ze het over hebben. De aanhangers van agrarische natuur menen dat wildernis-natuur niet in Nederland kan voorkomen. Nederland heeft een cultuurlandschap en de natuur heeft altijd directe relaties met de landbouw. De klassieke natuurbeschermers en de aanhangers van natuurontwikkeling menen dat boerennatuur weinig weg heeft van echte natuur. Agrarisch natuurbeheer, zo stellen zij, kan natuurbeheer dan ook nooit vervangen, hooguit aanvullen. Agrariërs kunnen best buiten de ecologische hoofdstructuur het landschap wat 'aardiger' maken met bloemrijke slootkanten en houtwallen. Maar natuurbeheer binnen de hoofdstructuur moet voorbehouden blijven aan mensen en organisaties die louter opkomen voor de natuur, er verstand van hebben en niet ook nog eens winst moeten maken in het bedrijf, vinden de natuurbeschermers. Experimenten en systemen voor agrarisch natuurbeheer leveren niets op vinden ze. De economen drs D. Stiijkei en dis F. Sijtsma van de Rijksuniversiteit Groningen rekenden in 1995 uit dat één hectare in de ecologische hoofdstructuur gemiddeld vijf keer meer natuur oplevert

dan een hectare natuurlijk beheerde landbouwgrond. Natuur is bovendien gebaat bij aaneengesloten gebieden en niet bij de postzegels 'natuur' die als enclaves in een landbouwgebied liggen. De Wageningse hoogleraar natuurbeheer piof. dl F. Beiendse meent dat alleen de algemene soorten wat meer kansen krijgen door dit soort 'agrarische experimenten'. De grote biologische rijkdom van het vroegere agrarische landschap keert zelden terug. Hij noemt het een normvervaging in het natuurbegrip als de gewone soorten als pinksterbloem en kruipende boterbloem voortaan als belangrijke natuurwaarden door het leven gaan. Datzelfde geldt voor de weidevogels. Grutto's en kieviten zijn volgens Berendse nog wel te beschermen, maar het is een heel ander verhaal als de kemphaan terug moet komen. Daarvoor is het zijn inziens nodig dat de landbouw in bepaalde gebieden gewoon ophoudt. Bovendien voeren de natuurbeschermers tegen de experimenten met natuurproductiebetaling aan dat het helemaal niet zo voorspelbaar is welke soorten er terugkomen bij een bepaald beheer. De onderzoekers uit Leiden doen net alsof het via een uitgekiend beheer vrijwel zeker is dat soorten van het lijstje terugkomen, maar het spannende en leuke van de natuur is nu juist dat planten en dieren gaan en staan waar ze willen en we als mensen vaak alleen maar kunnen toekijken. Het zal boeren dan ook ernstig tegenvallen als ze een bepaald beheer voeren zonder dat de 'dure soorten' terugkomen.

Cultuurvolger

Aanhangers van agrarisch natuurbeheer menen dat mensen als Berendse er juist een te eenzijdig beeld van natuur op na houden. Iedereen moet het recht hebben om zijn eigen natuurbeeld er op na te houden, vindt dis H. de Giaaf van de werkgroep Milieubiologie in Leiden. De een vindt een agrarisch landschap met kleurige bloemen, een kronkelig weggetje en wat koeien mooi; zeldzaain of niet. De ander wil de oernatuur met zoveel mogelijk zeldzame soorten. Even goeie vrienden. Beide natuurbeelden, en er zijn nog veel meer beelden, zijn even veel waard, vindt hij.

Iemand die je echt kwaad krijgt met deze postmoderne opvatting van natuur is bedenker van het concept natuurontwikkeling dis F. Veia, beleidsmedewerker op het landbouwministerie. Zijn stelling is dat het juist de landbouw is die de natuur van Nederland om zeep heeft geholpen. Zijn vergelijking met het Amazonewoud spreekt voor zijn aanhangers dan ook boekdelen. "Wat aanhangers van agrarische natuur in feite zeggen is dat als je de ploeg in het Amazonewoud zet, er geen natuur verdwijnt maar er juist nieuwe natuur ontstaat." Grutto's komen in Nederland voor, juist omdat de natuur hier om zeep is geholpen en nu is ingenomen door het landbouwsysteem. Een grutto, een symbool van agrarisch natuurbeheer, is een cultuurvolger, een weidevogel die hier gedijt waar de natuur niet meer is. Vera heeft het dan ook eens 'weerzinwekkend' genoemd om te spreken van productie van grutto's net als aardappels. Wil je de natuur weer op de been helpen, dan zal de landbouw een stap terug moeten. Daarvoor moet natuur de ruimte krijgen, ruimte om de natuurlijke processen weer zijn gang te laten gaan. De twee kampen staan al jarenlang tegenover elkaar en er zijn eigenlijk geen tekenen van enige toenadering. Vlak na het uitkomen van het Natuurbeleidsplan wilden beide kaïnpen elkaar nog wel eens in de haren vliegen, maar nu leven ze vrijwel gescheiden van elkaar en werken ze aan hun 'eigen natuur'. Beide gooien het erop dat de praktijk wel zal uitwijzen wie het bij het rechte eind heeft. Dat is ook de weg die landbouwminister Van Aartsen momenteel bewandelt. Hij geeft de boeren de ruimte maar valt de grote natuurorganisaties niet af. Zijn filosofle is dat hij liever een aantal partijen oin zich heen heeft die natuur kunnen beheren, zodat hij als minister kan kiezen voor de goedkoopste. Het maakt hem in principe niet uit of een landbouwer danwel Natuurmonumenten een bepaald natuurgebied beheert. Als het maar goed gebeurt volgens duidelijk afgesproken doelen.

fotografie: code 96 & Lenny Oosterwijk, m e t dank aan Marrus

wcs

JULI/AUGUSTUS

1997

49

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 273

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's