De strijd over het Vrije Beheer te Sneek, verzameling van officiële bescheiden - pagina 33

21

(Overgedrukt uit de Sneeker Qmmnt\Siiide\i 16 Januari 1869.)

BEHEER DER KERKELIJKE FONDSEN. Antwoord aan X.

Mijne vorige artikelen schreef ik met een tweeledig doel: de aandacht der Gemeente op de zaak te vestigen, omdat het scheen, dat men, zoo stillekens mogelijk, de

Om

a.

nieuwe organisatie voeren

;

(juister

gezegd centralisatie) wilde in-

en

eene gewenschte overeenstemming tusschen Heeren Kerkvoogden en Kerkeraad tot stand te brengen in het belang van de autonomie der Gemeente, overtuigd als ik was, dat alle partijen hierin konden samenwerken. Van deze illusie ben ik echter volkomen genezen.

Om

b.

dat het een partijzaak is. blijkt mij thans duidelijk Vooral ben ik hiervan overtuigd geworden door het lezen van een paar artikels in de Prov. Groninger Cour. en door de besliste weigering van Heeren Kerkvoogden dezer Gemeente, om met

Het

,

eene commissie uit den Kerkeraad hierover te spreken. Intusschen is het duidelijk, dat het nooit eene partijzaak wezen kan voor hen, die ijveren voor de zelfstandigheid der Ge-

meente omdat in dit geval altijd de stemgerechtigde manshdmaten beslissen maar wel voor die partij in de Herv. Kerk ,

;

die

het

lidmaten

met

leede

verleend

oogen is,

aanziet,

Art. 23. zou bewerkstelligen.

weer

om

werpen,

dat het stemrecht aan

en die daarom gaarne

Deze

partij

nu

de opheffing is

druk

in

de

van de

de Gemeenten aan de voorgestelde regeling te onderomdat zij Uever het centraal gezag in handen van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen