Tweede zestal leerredenen - pagina 24

DE TROOST DER EEUWIGE VERKIEZING,

22 heft voor

Hem, Alle

macht

die naar zijn vrije

roept, het Hed der eere aan,

roem

met

uitgesloten

is

zijne

kinderen

het: !

enz.

II.

dat Israël dan, M. IL, is het woord: » Vrees want Ilv ben met ii; wees niet verbaasd, want Ilv ben uw God; Ik sterk u, ook help ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand

Voor

niet,

mijner gerechtigheid." Juist voor Israël geldt dat teedere woord der innigste ontferming, want al ontving

het de rijkste gave,

het armste,

toch

het naar de wereld

is

het ellendigste voor zijn eigen bewustzijn,

het meest opgejaagde en vervolgde op aarde,

dus

meer dan

en

dat

oog naar den god-

anderen het

die

delijken Trooster opslaat.

O! de Heer wist het wel, dat niet

derven kon, en daarom,

de

zijnen

de wonden

als

zijn

volk dien troost

de leiders zijns volks

uitputten door vermoeienis des geestes, en niet bespeuren,

die

verborgen liggen, dan roept Hij

onder het opperkleed in Zijn

ontferming die

herders toe: Neen, nietalzoo, maar «troost, troost

mijn volk, zal ulieder God zeggen." En als Hij de zijnen dan nog kruipen ziet in het stof, duchtend voor den strijd des levens, ze nog tasten ziet naar verzoening voor de veelheid hunner ongerechtigheid, ja,

ze

nog terug

ziet

schrikken,

beangst

als

ze zijn

voor de vergelding die komen moet, dan hoort Hij die drievuldige klacht, die gaat, en gebiedt

die

uit

het hart van Jerusalem op-

herders,

die

zijn

volk weiden,

dat ze »naar het hart van dat Jerusalem spreken zullen," en haar toe zullen roepen: dat met het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen