"Strikt genomen" - pagina 163
het recht tot universiteitsstichting, staatsrechtelijk en historisch getoetst
DE VROOMHEID DEK TAAL.
En
nu kan aangetoond.
dat
Reeds
Gods
vorst
„Heer
in
wel
'
—
1 '
gekomen om
sijn
Gen. 42
/
hem;
—
de
ongerechtigheid
— 19
Gen. 44
—
19
wijeken."
—
1
Con.
de
Coninck,
„maer 1
1
—
21.
:
mijn
„als
Con.
1
na mij Coninck
1
Con.
1
—
en weet het niet".
ghij
in
Con.
1
Con.
1
-
—
eeuwigh."
—
sij
:
:
27.
31.
1
20.
:
—
op u".
ne vaderen zal ontslapen
„is
dese sake van mijn heer den
— :
5.
1
Con.
„wie
1 is
:
47.
„om onse
in den
heer den Coninck
heer over ons ?"
—
38
Jer.
lande, heer over
:
— Jer. 37
:
20.
„Mijn heer
9.
— Jer. 51 46. „ende heer." — Hand. 8 27. „een
Coninck dese mannen hebben qualick gehandeld". zijn
zijn
„en
8.
:
„ende seyde: mijn heer de Coninck
„nu dan, hoort doch, o mijn heer Coninck".
daer sal gewelt
1
Con.
1
lieer
gij niet,
Con. 3:17. „Och mijn heer, ick ende dese
1
Ps. 12
1
1
in één huijs".
te segenen.
met
de Coninck
lieer
—
zijn".
vrouwen woonen David
—
„Mijn
„Hebt
13.
:
heer seijde
9.
„Mijn heer Coninck hebt ghij geseit, Adonia sal
24.
:
Coninck geschiet?"
David leve
1
:
nu
27. „als
:
sijn
14
mijn heer Coninck de oogen des gantschen Israels
ghij,
Con.
zijn".
heer
„maer
— 2 Sam.
uwe dienstmaeght gesworen?"
mijn
een
„Ist dese niet
5.
:
Richt. 19
12.
:
mijn heer Coninck, nu,
sij
„en viel neder voorde
26.
:
Richt.
op mij!"
zij
„Ende
18.
:
„Neen, mijn heer: maer uwe knech-
daer haer heer in was."
wij en zullen herwaerts niet
Coninck,
seijde
Gen. 24
Richt.
-
haer heer des morgens opstond". tot
—
koopen."
daar mijn heer uyt drinckt ?"
wordt. sijt
10.
:
gebruikt
„Hoort ons, mijn heer; Ghij
ons."
spijze te
deur van des mans huys
6.
:
opmerkt, de
zelf
„menschen"
van
terdege
midden van
't
Drinckt mijn heer. ten
1
maar eens: „Gen. 23
Vergelijk
Ge
Bijbelvertaling zelve, waar, gelijk
uit de
vorm
kortere
161
:
:
Camerling [en] een machtig heer van Candace."
De dubbele
was onzen vertalers dus zeer wel bekend. Ze
schrijfwijs
gebruikten dien zélf dubbel, als het „menschen" gold. En, als ze dan toch
van
„God"
nooit anders
daaruit
blijkt
Wezen
dan
dan den langeren, .plechtigeren vorm gebruikten, dat
niet,
niet passend,
zij
dien
korten
vorm
voor het Hoogste
min voegzaam keurden?
Gedachteloos, zult
zaak heenliepen. Alles
;
Ge toch wel niet zeggen, dat ze. over zoo teedere of men ck of k zou schrijven alles had voor deze ;
nauwkeurige geleerden belang.
Maar bovendien, ook vorm
„heer",
het
den dubbelen vorm
zou
al
had de Bijbelvertaling nergens den korteren
desniettemin onomstootelijk vast staan, dat
destijds
Sla Kiliaans Etymologicum
')
Utrecht,
De Meyere, 1777.
men
uitnemend goed kende en aldoor gebruikte. Teutonicae Linguae
]
),
maar eens
op, en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880
Abraham Kuyper Collection | 214 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880
Abraham Kuyper Collection | 214 Pagina's