De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor des levenden Gods - pagina 50
rede bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit gehouden den 20sten October 1881.
50
we
zouden
den
eer
zelfs
jongeling
U
in
de bloesem des levens, de doornen zijn voor den man.
is
U
Maar wat we wel van ü vragen, wat we onze
U
wat
ontvliedt
stichting,
Voor
verfoeien dan die aan te moedigen.
sraeeken
Uw
maken, mijdt wat
zou
wereldscli
de eere van
bij
eerbaar zelfbesef zou krenken, weest edele, weest hooggevoelende jonge-
dat
we
en
den Senaat met
door
is
dan toch die
Laat
kwaamt een baken
volk des Heeren hoopt op
U
Daartoe mogen ze
worden.
zee
U
dragen
die
Neem
ontsluit.
den jaarkring, zondige
het
leed schip-
gereleffeerd.
die bleeft en voor ziet
opgedragen, Heere onze God
zijn
ja,
voor
U
Heel het vaderland
met onze leeraren en verzorgeren, ook
uwen kring
Helaas,
U die
op U, het
zoo schoone verwachting niet te leur
stelt
;
borst.
consilium abeundi
eerste schipbreuk voor
in
Uw
van heiligen zin niet in
het niet verzwijgen mogen, reeds één uit
breuk o,
vuur
het
bluscht
lingen,
met heel onze
U opgedragen U opgein Uw gunste
stichting.
weer
thans
zich
!
!
weg, en wat er was, verzoen het.
uit ons
Drup op ons met den dauw Uwer heiligheden. En 1>ovenal bind ons met heel onze zielen, bind ons met heel onze Stichting, aan dat Boek der aan dat Woord, dat Ge
boeken,
U,
uit deze school
Vader, Zoon en Heilige
o,
Ver loonden, toekome de
En
komende
als nu
bracht,
uw Gemeente
de rectorale waardigheid
het besluit van Heeren Directeuren, over
ingevolge
die,
A m e n.
het doel dat ons in deze plechtige ure samen-
zoo leg ik dan in dit oogenblik M. H.
neder en draag
Drieëenig God der
Geest,
de glorie en de dankzegging.
lof,
tot
schonkt, opdat alzoo ook
op mijn ambtgenoot den Hooggeleerden Heer Frederik Lodewijk Rutgers, Doctor
gewoon
en
mitsdien als Zelf
hoogleeraar
rector,
mijn hulde te brengen.
U
hier
ge meer Rector
op
U
dan in
als
daarom
te
zeggen,
een
eer dan
Wat
dit
gekozen, ;
iemand en
in mijn
maar
de wieg gelegd
hart voor
om
vroeg
en
het
U
naam, den groet van
leeft,
mag
geboren
men
u ordenenden geest, wat achterliet,
aller
ééne getuigen
dat ge een
ja,
in
is
ik
te teeder
om
dan toch, dat
Rector
zijt;
voor
mij een rectorstype, ik wees
uw
schoon geordenden en
uw minder
gedisciplineerde voor-
archetypisch model. Orden Gij dan met
alles
ganger nog ordeloos leeraren
heihge godgeleerdheid, dien ik
proclameer.
geen Rector meer, geniet ik ook zoo toch het voorrecht U,
dus
nieuw opgetreden
het
de
in
Rector onzer school
Groeie onder
Uw rectoraat de
kring onzer
Worde als we over jaar en dag hier weer saam komen, niet één uit de onzen gemist. En terwijl ik hiermede onze stichting, onze studie en onze personen aan de genade van God Drieëenig opdraag, eindig ik met der ouden spreuk ook over onze getal
school uit te roepen:
onzer
Vivat
kweekelingen.
Crescat
F lor e at Academia!
Ik heb gezegd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's