Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 173
VAN REFORMATIE DOOR BREUKE MET DE BESTAANDE KERK.
1
59
En eindelijk ook daardoor, dat de kerkeraad, 't zij in opzettelijke samenkomsten, of door rondgaande zendbrieven, de gemeente inlichte omtrent hetgeen voorvalt en haar doe medeleven in den strijd, die gestreden wordt voor de eere Gods en van zijn Woord. Kortom, gelijk ge een kunstbevverking van een uwer lieve panden in uw woning niet onder luidruchtig geschreeuw, maar onder stille gebeden en met heiligen ernst zoudt laten verrichten, zoo ook ga het bij deze kunstbewerking in uw kerk toe. Er zij g e b e d. Er zij heldere bewustheid van het gevaar dat dreigen kon. overtuiging dat het toch, desniettemin, moet. En onder dat alles zij er, om het tot een waar en oprecht werk voor den almachtigen God te maken, verbrijzeling des harten en ver-
Er
zij
slagenheid van geest.
dan al uit den boezem des kerkeraads enkele verraders voortkomen een deel der afgedoolde gemeenteleden den kerkeraad verloochenen; en de hoogere besturen over hem heenvallen; en kerkvoogden hem tegenwerken en de Overheid hem belemmere en de rechter hem ten slotte in het ongelijk stelle, dat alles moet gedragen,
En
of
;
;
;
Toen de Romeinsche keizer heel de kerk van Nicomedië in haar kerkgebouw opsloot en verbrandde, was dat dulden en lijden nog o, zoo veel vreeselijker, en toch de kerke Gods heeft over dien machtigen keizer getriumfeerd. geduld, doorworsteld in den
§
58.
Van
Naam
des Heeren.
reformatie door breuke
met de bestaande kerk.
moet is de roeping van Gods kind indien hij komen breuke met de bestaande organisatie van zijn kerk. Nóg ernstiger wordt die roeping, bijaldien het ook tot breuke moet komen met het verband waarin die kerk met andere kerken verbonden lag. Maar toch onvergelijkelijk veel ernstiger nog wordt des Christens roeping als het toekomt aan de breuke met de kerk zelve. Bedenk toch wel, bij breuke met de organisatie zoowel als bij breuke met het kerkverband, kwam de geloovige nog nooit voor Ernstig reeds
tot
de quaestie te staan, of de eens ware kerk ook wellicht ongemerkt in de valsche kerk ware omgeslagen. Hij zag dan dat de bestuursregeling in zijn kerk niet naar den eisch van Gods Woord, ook dat de levensaard niet naar de weegschaal van Gods heiligdom, zelfs dat het verband met andere kerken onheilig was geworden, maar zijn kerk zelve bleef hem nog altoos de kerke Christi. Aan uittreden dacht hij dus niet.
Maar,
in
het derde hoofdstuk over de deformatie der kerke, bleek
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's