Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 195
REFORMATIE EX LEGITIMISME. en
deze kruik druppelde voorts de olie
in
uit
l8l
twee olijfboomen, die
links en rechts van die oliekruik geplaatst waren.
Zonder nu hier ter plaatse in nader onderzoek te willen treden, omtrent de beteekenis dier twee olijfboomen, een onderzoek dat weer samenhangt met de verklaring van de twee getuigen in Openb-
XI
:
naar
zoo staat toch,
4,
deze twee olijfboomen
uitleggers toegeven, vast, dat
alle
m e n s c h en, ambtelijke p e r s o n en
en profeten bedoeld zijn, Strekking van deze profetie
kan dus nooit
zijn,
om
t.
met
w. priesters
ons
zeg-
te
komt buiten menschelijke bemoeienis om," maar integendeel: „De toevloeiing van den Heiligen Geest tot de gemeente komt door het intermediair gen:
„De werking van den
va Dit
Heiligen Geest
enschelijke personen, geeft
vanzelf
aanleiding,
keerde lijdelijkheid bloot
te
in
om
wier hart Ik genade werk."
de gronddwaling van deze ver-
leggen.
Deze dwaling schuilt namelijk in een onjuiste opvatting van het werk van den Heiligen Geest. Men denkt zich dit werk van den Heiligen Geest namelijk, als buiten de gewone organen en buiten de gewone werkzaamheden der bediening omgaande. Iets dualistisch. Dit nu is niet zoo, en kan zoo niet zijn. Dit toch zou ons geheel op Doopersche fanatieke paden leiden. De enthousiasten van alle gading, niet de Gereformeerdan zijn het, die steeds op zulk een duawerking van den Heiligen Geest aandringen. En, naar de aangaande het werk van den Heiligen Geest, is alle ambtelijke gehoorzaamheid in de bediening, óf doode vorm en dan met onvruchtbaarheid geslagen, óf wel vrucht van invloeden van den Heiligen Geest. Men mag niet den Roomschen weg opgaan, van de ambtelijke gehoorzaamheid in de bediening als een loonverdienend werk des dienaars te beschouwen. Dan toch verlaat men het Gereformeerde erf geheel. En doet men dit niet, zoodat men in deze ambtelijke gehoorzaamheid geen eigen werk eert, zeg zelf, wiens werk zou het dan anders zijn, dan het werk van den Heiligen Geest ? Wel verre er van daan, dat alzoo een persoon in het ambt zich met beroep op Zacharia IV 6, aan den plicht tot reformatie zou kunnen onttrekken, moet integendeel, juist met het oog op dat woord alle onttrekking aan den plicht der gehoorzaamheid streng in hem gegispt en door de kracht des Woords in hem bestreden worden, en veeleer dit hem in de ziel dringen: Dat hij juist ingelijfd moet zijn in een dier beide olijfboomen, door wier takken en twijgen, d. i. door wier listische
zuivere
leer
:
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's