Ijzer en leem - pagina 32
rede ter inleiding op het gebed voor de eenige hoogeschool hier te lande, die op Gods woord gegrond staat ...
!
30 kerk,
ten
er
als
die
den
een
echten
Rol
wetenschapppeu,
gebroken moet worden met maclithebbers,
slotte
Christus
in
kerk
eigen
zijn
verlagen.
En
alle
man van
wetenschap
als
Konings verwerpt en de Christus ning óók in het
En
ook op het erf der
zoo
geklank des
het
meer heerschen kan
als
Ko-
der Waarheid
rijk
dat nu, het
niet
Koning,
tot een nietsdoend
fainéant,
met
zij
diepe
zelf beschaming en
verkwijnenden
dank aan den Verkiezenden God uitgesproken, dat nu doet de Christus bij
geheel. Hij alleenlijk.
ons wel. Hij
ook in
liet rijk
Voor Hem,
der wetenschappen, buigt elk
als
onzen Koning,
weer
onzer
in diepe
eerbiedenisse de knie.
Het
staat dus
pleit
zoo scherp mogelijk, M. H.!
de vier Overheids-academiën in het Statuut met geen syllabe
Aau
de eere Christi gekend, in het
Schema de Christus onvoorwaardelijk
verworpen, en onder de breede schare van Hoogleeraren bijna niemand
wien het „Mijn
meer,
lieer
school
Heere
de
als
mijn GodT^ van
en
bewonderende lippen komt. En
bij
Thomas
Oppermachtig gebieder ook
het
in
Waarheid gehuldigd, heel ons Schema van onderwijs naar snoer getrokken,
over de
ons daarentegen in het Statuut der
en niemand, volstrekt niemand,
der
rijk
zijn richt-
onder Bestuur-
'tzij
deren, of Verzorgeren, of Hoogleeraren, die niet van ganscher harte
het
aan
Petrus nazegt:
,
Heere, tot wien anders zouden
gaan. Gij alleen hebt de woorden des eeuwigen Levens
Wie nu
den Christus
alzoo
nlel verloochent,
de menscheu, van zulk een getuigt Gods
Woord
verloochend wordt door onze Voorspraak
bij
En hier
zoo
weten
saambraclit
we dan M. H., dat
omdat
ze
onze
liefde
Bidder, een heerlijk, vorstelijk Voorbidder
ons bier ook
alle kei-ken toegesloten,
we henen
!"
maar
ons, dat
belijdt
ook
den Troon.
er voor de School, die ons
is.
daarboven een
ook
heeft,
En
daarom,
al
dan onder het loverdak van het Bosch saamkomen,
het,
het open veld ons
gebeden
moei
stichting, die het o, Zij
saamvergaderen, want gebeden
worden voor die zoo kleine en zoo
er
had men
desnoods zou ik gezegd hebben,
laat ons in
voor
hij niet
fel
of,
moet
)na()
en
bedreigde
met den naam van den Christus heeft gewaagd.
er dan niet slechts vormelijk gebed,
maar
veel waarachtig
M. H. Dat zij, die het roepen en het kermen voor den Heere verstaan, in hun ziele met ons mogen smeeken. Zij het een aanloopeu bidden,
van den Heere
als
een waterstroom.
De zake
die het geldt grijpt zoo
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1885
Abraham Kuyper Collection | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1885
Abraham Kuyper Collection | 36 Pagina's