Bedoeld noch gezegd. - pagina 13

woord

om

zou ik dan,

weifelenden

zijn

Israël zei, zoo

van

—

gij

1

Kon.

mij

uit

mogen

broeder

zeg ik

tot

Elia

tot

„Vriend, gelijk

nog op twee

gij

mogen toevoegen:

mij aanstonds

31,

:

meer

met verwijzing naar het verband

of die broeder zou,

18

nemen, nooit

te

zeggen.

u: //Hoe lang hinkt

tot

Zoo

van het verband insloot?

toepassing

één voorbeeld uit duizend

een

gedachten ?"

de

tevens

altoos

maakt

//Dus

voor een halven Baaidienaar, want alleen in dien zin

is

het door Elia gezegd."

Houd

Ge aan

mij

daarom

verband van

het enger

één woord

te

Joh. 2: 19

1

antwoorden. Zoo voor

het recht handhaven, opgeëischt,

ten goede, dat ik volstandig weiger op hetgeen

om

dat ook door

als

U

na

in

te

wie afdeinsden in

zijn

tieerende broederen,

elementen^

die^ bij

Deze waarheid

dagen, en

een

die

is

tijdlang

Zoo dikwijls het pas mocht geven, deze Schriftuurlijke waarheid steeds

maar

assimileerende,

Johannes

paste

met de door

niet,

kan

te

berde

te

brengen, en

zoo

de onbeperkte

zij

nu reeds

toch,

i.

bij

Door

nie-

tot

dit

vrijheid

En mocht iemand

voorbaat mijn zeer

ernstig

dit-

protest

ongeoorloofde wijze van argumenteeren.

hoe streng ik dit ook vasthoud, in één opzicht, Hoog-

geachte Heer en Broeder, geef ik

daad ééne uitdrukking

in

klacht bood. Het

ü

volmondig

gelijk.

Er

is

metter-

mijn vluchtig geschreven opstel, dat

vermoeden tegen mij kondoen

uw

dik-

uitscheidende

later goedvinden, daaruit conclusiën af te leiden, gelijk Gij

ingediend tegen deze m.

tot

gewekte

daarom veroorloven

rechtmatig gebruik der Schriftuur laten ontrooven.

maal deedt, zoo

op

terugtrokken.

uit

zult Gij mij

losweekende

ook

ik mij

toe

Groen

het organische leven voelbaar moet gemaakt.

mand, ook door U

slechts

door mij toegepast op de dissen-

volksbeweging meegingen, maar er zich later

En

te

de ontvnkkeling

van aj scheiden, er dan oorspronkelijk ook

zich

er

schijnbaar toe hebben behoord.

ook

aan

dragen.

Die diepe waarheid was hier: dat

kracht van

maken,

te

haar algcmeeyiere strekking, en als zoodanig op de ons om-

van eenig proces^

de

wordt

voor Uzelven

telkens

met

mijzelven

namelijk een diepe waarheid, in de Schrift ons in een

ringende verhoudingen over

wijls

voor

ik

blijf

bepaald verband voorgelegd, uit dat verband los

wenden

ook maar

ontleent,

is

rijzen,

mijn

en,

op zichzelf genomen,

ongelukkig gebruik van

spraak over het ^bloeien op eenzelfden woiteÜ\

kwaad

U

recht

de beeld-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen