Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 48
46
DE VOORSTELLEN IN ZAlvE HEHEEK
§ 14.
VAN
])K.
KUVPEK
is deze tegenstand van Dr. Cramer hieronder blijken zal Kerkeraad en van Mr. Molster in de Kerkelijke Commissie er de verwezenlijking van het denkbeeld- /{/riy/*er ten dan ook in geslaagd vooral toen in de plaats van dit radicale stelsel slotte geheel te verijdelen op 7 October 1874 het geheel andere stelsel- Fa/z /i/o/^A't;/ wierd geschoven, dat gelnkkiger verloop had en reeds op 12 April 1875 definitief wierd aangenomen. Hoe nu echter het Classicaal Bestuur in 1886 aan Dr. Kuyper en zijn geestverwanten als schuld kan aanrekenen, en zelfs als „ergerlijk" en „nog ergerlijker" te hunnen laste kan cpialificeeren, bet indienen van voorstellen in zake Beheer, die nu elf jaar geleden reeds van de tafel raakten,
Gelijk
,
in den
,
;
bezwaarlijk in te zien. En dat te minder, overmits datzelfde Classicaal 1874 in toen de loop der gebeurtenissen nog versch in het geheugen van zijn toenmaligen Praeses, Dr. J. Cramer, lag, in deze voorstellen zoo weinig iets ergerlijks of schuldigs heeft gezien, dat het in datzelfde jaar aan Dr. Kuyper de meest eervolle getuigschriften uitreikte. Men wete namelijk, dat Dr. Kuyper destijds zelf lid van het Classicaal Bestuur was. maar als gekozen lid der Staten- Generaal voor Gouda en dus ook als lid van het Classicaal Bestuur zijn emeritaat aanvroeg, moest aftreden. En bij die gelegenheid nu zond hetzelfde Classicaal Bestuur, dat thans ook het gebeurde van vóór 1874 tegen Dr. Kuyper oproept, hem onder dagteekening van 26 Maart dit opmerkelijk getuigschrift:
is
Bestuur
,
Weesp, 26 Maart 1874.
Het Classikaal Bestuur van Amsterdam, tengevolge van
Uw
vervan het voorrecht U onder zijn leden te bij deze op eervolle wijze, als lid vangenoemd Bestuur tellen, ontslaat met oprechte ilankbetuiging voor al hetgeen Gij in genoemde betrekkingin het belang der Classis met onmiskenbare scherpzinnigheid geweest met de zijt en gedaan hebt, terwijl het U van harte geluk wenscht onderscheiding, te beurt gevallen in Uwe benoeming tot volksvertegenwoordiger, met de bede, dat de God en Vader van den Heere als lid der Tweede Kamer voor Land en Kerk tot Jezus Christus
kregen emeritaat
verstoken
U
U
U
een overvloedigen zegen
stelle.
Ctass.
liet {lu. „
g.)
J.
Bestuur voornd. Cramer, Pr.
Jb. Moulijn, Scriba.
Eervoller kan het toch wel niet. En bedenkt men nu, dat de heer Ds. B. J. Adriani ook destijds in dit Bestuur zitting had en gecommitteerd wierd om Dr. Kuyper op „eene vereerende wijze'' los te maken van de Classis, en dat Dr, J. Cramer die dit stuk onderteekende drie jaar lang Dr. Kuypers rustelooze bestrijder in den Kerkeraad was geBestuur in Aveest, valt hieruit dan niet af te leiden dat het Classicaal het gebeurde van vóór 1874 destijds niets berispelijks heeft gezien, laat staan „iets ergerlijks of schuldigs"? Ook niet, dat een Bestuur, hetwelk op 26 Maart 1874 zulk een zelfs fe vleiend getuigschrift uitreikte, én in rechten én in zedelijken zin alle recht mist, om thans in 1886 ten laste en ten nadeele van denzelfden Dr. Kuyper dit verleden in herinnering te
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's