Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 120

118

UPENBAAll .SCHKIJVEN.

wetgevende rechtsprekende en besturende macht berust zoodat aldaar de Synodale reglementen niet verbindend zijn? Natuurlijk heeft het iiegl. voor de Kerkeraden, evenmin als art, 86 van het A. R. van den 7 Januari 1816, of art. 18 van het tegenwoordig A. R., eene dergelijke ongerijmdheid bedoeld. HetClassicaal bestuur blijft wat het uit zich zelf is, ook ten aanzien van die gemeente voor welke het exceptioneel de Kerkeraadshandelingen verricht. Nergens in de reglementen is sprake van een Provinciaal bestuur, dat doet wat des Classicalen bestuurs ,

,

Wel doet, volgens art. 27 Regl. Kerkel. Opz. en Tucht, het hooger bestuur, als het ontwaart dat het lagere op bestaande verkeerdheden geen acht neemt, of een te zijner kennis gebracht bezwaar zonder het behoorlijk onderzocht te hebben ter zijde legt, wat het lagere had behooren te doen, doch zonder daarbij in zijne plaats te treden; terwijl bovendien van toepassing van dit artikel in casu geen sprake zijn kan noch geweest is. Men heeft dan ook metterdaad te wachten, dat alle op de willekeurige fictie van zulke plaatsverwisseling berustende handelingen door den rechter als nietig en onrechtmatig zullen worden beschouwd. Het Classicaal bestuur doet wat des Kerkeraads is, daar „waar men uit hoofde van gebrek aan geschikt personeel niet tot de samenstelling van een Kerkeraad kan geraken." Die voorwaarde wordt uitdrukkelijk gesteld, en zij wordt nader toegelicht door de onderstelling, dat er hoogstens een zeer enkel kerkeraadslid buiten den predikant of consulent aanwezig is. Op de Amsterdamsche gemeente is alzoo deze bepaling niet toep ;sselijk: daar kan nooit het Classicaal bestuur doen wat des Kerkeraads is, zonder zich schuldig te maken aan eene rechtens volkomen krachtelooze aanmatiging; en voor alles wat zij als zoodanig verrichten, zijn d« leden van het Classicaal bestuur persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk. Immers het ware ongerijmd, te willen volhouden, dat in de gemeente Amsterdam, behoudens hoogstens een

is.

enkele uitzondering, geschikt personeel ontbreekt. De bepaling ziet dan ook duidelijk op gemeenten, waar slechts ééne predikantsplaats gevestigd is, zoodat bij vacature voor den predikant de consulent invalt. Te Amsterdam bestaat dan ook niet alleen^ g^UJk vanouds ook thans nog, een Kerkeraad, maar bovendien een Kerkeraad die nog even voltallig is als vóór de provisioneele schorsing. Een zeker aantal leden moge door het Classicaal bestuur, terecht of ten onrechte, voorloopig in hunne bediening zijn geschorst, door die schorsing houden zij niet op, wettige leden van den

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen