GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 128

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 128

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

126

OPENBAAR SCHRIJVEN.

niet naar zijn eigen inzicht, maar naar den wensch van een ander college, op straffe van anders als bedrijver van een geruchtmakend feit van ergerlijken aard openlijk te vvorde;i ten toon gesteld en voorts in eene onaangename tnchtzaak te worden gewikkeld. Bestaat er bij het hooger bestuur tegen eene gevallene beslissing bezwaar, dan treft dat bezwaar het besluit, en niet de personen, die het hielpen nemen. Er is toch in dergelijk geval één van tweeën waar het hooger bestuur heeft óf het recht om het met de wet of het algemeen belang van het genootschap strijdig besluit te vernietigen, óf :

het

heelt dat recht niet. In het eerste geval past het zijn cassatierecht toe, en naardien daardoor de stem door de leden

der meerderheid uitgebracht alle kracht verliest, kan er geen misdrijf wezen, dewijl alsdan de mogelijkheid dat ontbreekt ten gevolge van die stem de wet overtreden of het algemeen belang benadeeld wordt. Vernietiging van het besluit ontheft ,

de vergadering, die het nam, van alle verantwoordelijkheid. Heeft daarentegen het hooger bestuur zoodanig vernietigingsrecht niet, zoo kan het zich eene bevoegdheid, die de reglementen weigeren, niet langs eigenmachtigen weg verschaften door hen, die het besluit namen, te vervolgen. Ontsnapt het besluit zelf wegens zijn onderwerp aan de censuur van het hooger college zoo ontsnapt aan die censuur ook het lid, dat tot het besluit heeft medegewerkt. Laatstgenoemde opvatting achten wij in het tegenwoordig geschil de ware. Toen het denkbeeld, onder de Fransche besturen opgekomen, niettegenstaande de invoering van de Grondwet van 1815, verwezenlijkt werd, en bij besluit" van den 7^^' Januari 1816 door Koning Willem I een vroeger onbekend en toentertijd juridisch ondenkbaar genootschap onder de benaming „het Hervormd Kerkgenootschap" werd opgericht en van dat genootschap het bestuur geregeld, begreep die Vorst en zijne raadslieden, dat daardoor geen mbreuk kon worden gemaakt op de vanouds verkregene burgerlijke rechten ten aanzien der kerk-, pastorie-, custorij -goederen en andere gemeentefondsen. „In de administratie daarvan en de betrekkingen tusschen derzelver bestuurders en de kerkenraden wordt door de bepalingen van dit reglement geen verandering gemaakt" (Art. 90). De regeering ging namelijk uit van de ondersteUing dat die goederen de wettige bestemming hadden, om te dienen ten behoeve der plaatselijke gemeenten, wier zelfstandigheid en rechtstitel door het stichten van een nieuw algemeen genootschap niet kon worden opgeheven noch verandering ondergaan. ,

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's

Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 128

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's