Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 76

!:

-

HET PLAN DE CAMPAGNE.

58

Den WelEerw.

Zeergel.

Heer Dr. G. J. Vos Az., Alhier.^

WelEerw.

Heer

Zeergel.

Morgen bevestigd moetende worden als ouderling der gemeente en gezien hebbende is opgedragen moet mij vooraf het volgende van het hart.

u die bevestiging de

In

veronderstelling,

bevestiging

voor

verpligtende

dit

dat

om

ik,

ge

dat

als

Liturg der gereformeerde kerk, het formulier ter

gebruiken en hoezeer verlangende dat

zult

u

gebruikt worde, brengt juist

dit

begeerde door mij, zoovele bezwaren voor mijn gemoed,

en

althans ee/iigzints in deze te vrijwaren, u deze mijne bezwaren onder

mij

de aandacht moet brengen.

Ge

hoe

weet,

in

formulier, en zeer

dit

door de kerk het Ambt, roeping en

teregt.^

verpligting van het ouderlingschap beschreven en de vragen daarop gebasseerd den ge-

roepenen

Ge weet

ook,

door

dat

de

mogen"

daar

knutselen,

de

in

daar

men wel

knutselen kan met de

uw

beschrijving van de pligten en „naar

betreft, uit te

om

ook

dan

mij

gemeente,

der

dagen toch geen sprake

onze

in

is

ver-

van „zooveel mogelijk",

althans in den zin door de kerk bedoeld,

onmogelijkheid

noodzaakte

aanhoore vraag

er

uw vermogen"

totale of geheele

Dit

mogelijk"

„zooveel

onder zeer sterk voorbehoud, vooral

als

de derde vraag, maar voor het aangezicht des Heeren laat zich nu eenmaal

in

en ,,naar

door anders,

zijn,

yraag, bevestigend te antwoorden,

laatste

woordikens

niets

en de Gemeente (een eed in de heiligste betee-

de ontzettende toestand, waarin de kerk verkeerd, het als

een spelen met dien eed zou

op

God

beantwoording voor

ter

worden voorgelegd.

kenis)

iets

van het ambt

gelegendheid

bij

gemoedsbezwaar

mijn

mijner

en

maar wel van bijna

oefenen.

te

bevestiging,

laatste

om

voorbehoud, wat de

sterk

ten

laatste

spreken en toen door Ds. van Son niet alleen op lievelijke wijze

van harte beaamd, maar ook ten aanhore der gemeente breeder ontwikkeld. Ik de

heb

toen

dit

niet

om maar

gedaan

Heere weet wat het mij koste,

voor of na dien

éénmaal en

Toch

tijd in

sedert,

zijn

berigten,

weging

zal

zoo eens

iets

te

zeggen, neen Eerw.

Heer,

doen, wat ik althans nog niet heb gehoord,

onze gemeente geschied

is.

Dit doet

men dan ook

liefst

slechts

zou het niet gaarne ten tweede male doen.

ik althans

moeten

te

iets

die

bezwaren

antwoorden,

eer

toe

dan

afgenomen en daarom meen

ik u te

morgen op de voorgestelde vragen met »ja" of hoofdbe-

dat, als ik

door

dit

mij, althans

wat de

laatste vraag

betreft,

onder de

sterkste reserve zal geschieden.

Waartoe

u

deze mijne verklaring aanleiding zal geven laat ik geheel aan den Heer

en u over, alleen verzoek ik u vriendelijk daar is,

er

met dezelfde

van

ernst nota

te

het voor mij

een hoogst ernstige zaak

willen nemen.

Dit ook zekerlijk van u verwagtende verblijve met heilbede,

Utve v/h

d-tv.

dienaar.

.

.

.

28 Febr. 1880. in haast,

Om

nu

tot

zonder

tijd

tot

Corectie.

de verwezeulijking van dat ideaal

te

komen, achtte men voldoe

uiug aan twee vereischten uoodig 1*^.

eene nieuwe bepaalde verbintenis aan de Formulieren van eenigheid, en

2".

de invoering van de Dortsche Kerkorde.

Den

24sten

Mei 1883 werd

Toen nam de Kerkeraad

tot

de uitvoering van het

het volgende besluit:

l^te

punt besloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen