De twaalf patriarchen - pagina 29

DE PATllIAKCH JUDA.

de stallen

die bij

blijft

komt

neerzitten, en erger dan Simeon, die

dan Levi, die een hooge hand opheft. Als

opvliegt, en erger er bederf

21

in het beste, ontaardt het hesfe in het slechtste,

en zoo gaat het Juda ook, want Juda, zoo Jood,

Jood,

niet

den

in

hij

omslaat, wordt

waarin er 60,000 Joden op

zin,

onze

erve niet ons als medeburgers leven, neen,

in de

Kerk van

Christus, Jood in het Christelijk ambt.

Deze Jood wordt Juda door

van

en juist hierover loopt

Want dan

gaat

met Juda

het

zoo

's

zijn

eigen

ziel

11), en eveneens spreekt

is

:

3).

Juda nog wel altoos

het schriklijke), aan dat

bezondigt, doordien

loven als een ambacht uitoefent,

7),

:

Heeren twist (Hosea 12

toe, dat

,/Godlover^' blijft, maar, (en dit

Godloven

:

hare zuster Juda^' (3

trouwelooze,

//de

,/Juda handelt

trouweloosheid.

trouwelooslijk/', roept Maleachi, (2

Jeremia

maar Jood

waarmee

hij

dat God-

hij

uit

is

op eigen

gewin.

Op gewin van er niet toe,

maar

geld of van eer of van invloed, dat doet altoos een //schacheren'''

met het

heiligste

dat op aarde bestaat, een slim en sluw spelen met het //God loven", niet meer

En komt tweeën één.

om

God, maar

om

zichzelf te zoeken.

het daaraan toe, dan gebeurt onherroepelijk van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen