Uit de diepte - pagina 798
;
792 den Middelaar. Zoeken en zalig maken dat verloren was, het heerlijk werk, waartoe de Midddelaar verscheen. Daartoe moest zijn naam Jezus heeten, want Hy zou zijn volk zalig maken van hunne zonden. En van deze waarheid geeft de geschiedenis van Zacheüs het heerlijk en overtuigend bewijs.
lijk is
'k 'k
Bekend', o Heer aan U oprecht mijn zonden Verborg geen kwaad, dat in mij werd gevonden; !
Maar
na ernstig overleg, Gij naamt die gunstig weg; Dies zal tot U een ieder van de vromen, In vindenstijd, met ootmoed smeekend, komen. Een zee van ramp moog' met haar golven slaan; Hoe hoog zij ga, zij raakt hem zelfs niet aan. ik beleed,
Mijn booze daan;
Ps. 32
:
3.
Laat ons nu met enkele trekken zien, wat de Heere ons in deze geschiedenis van Zacheüs leeren wil. Vooreerst leeren wij er uit, dat Zacheüssen bekeerd kunnen worden, dat wil zeggen: dat rijke en groote zondaren den Christus in huis en hart kunnen ontvangen. Zacheüs was rijk, en in het vorig hoofdstuk had Jezus gezegd » Hoe bezwaarlijk zullen degenen, die goed hebben, in het Koninkryk Gods ingaan! Want het is lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke het Koninkrijk Gods inga." Het woord der schare was toen geweest » Wie kan dan zalig worden?" waarop Jezus antwoordde: »De dingen, die onmogelijk zijn bij de menschen, zijn mogelijk bij God." Het bewijs hiervoor leverde de Heere Jezus terstond in ons hoofdstuk. Ook die met ketenen aan geld en goed gebonden zijn, kunnen door den Christus behouden worden. Ook de gierigaard kan door Christus worden gezaligd. De bekeering van Zacheüs leert het zoo duidelijk, dat de zaligheid niet gaat naar verdienste, maar uit genade. Als de meeste menschen de zaligheid van elkander in handen hadden, zouden de bedriegers en dieven achteruitgezet worden terwijl Christus juist toont, dat Hij genade bewijst aan den allerschuldigste, en den grootste der zondaren wil zoeken. Christus gaat alle vrome Farizeërs en godsdienstig eigengerechtige inwoners van Jericho voorbij en Hij zoekt een tollenaar op, die de menschen bedrogen en bestolen heeft. Dit kunnen de menschen, die meenen zelven een goed hart te hebben, niet begrijpen; maar die zijn eigen hart heeft leeren kennen als vol zonde en ongerechtigheid, zegt Juist hierin wordt de vrije genade onzes Heeren Jezus openbaar, dat Hij :
:
;
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's