Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 403

!

DE ONDERNOMEN VELDTOCHT. Mannen, die den

de verborgenheden van ons dierbaar geloof loochenen,

al

kansel, en U, die ons zoo getrouwelijk het

men een O,

van

gloed

verontwaardiging

ongerechtigheid indenken.

Doch opgezet

Woord

men op

komt ons op

rekening van de Classicalen, die

maar U, geliefde Leeraars, vragen we dringend, dat

mocht,

zult

kunnen

niet nalaten in

Naam

den

Want wie U ook mocht

zulk een

van den Heere Jezus

afzetten,

voor ons

zult Gij

dit

zondig stuk hebben

Gij, als het daartoe

Ge dan antwoorden

zooals de Apostelen deden, en dat

doen,

we

het aangezicht, als

ergert ons in de ziel

Zij

kome dan voor

dat ;

zet

des Heeren bediend hebt, zal

op den mond leggen.

slot

een

385

zult

komen

„We

:

spreken."

te

op Uwen en onzen dood toe

tot

onze herders en geliefde leeraars blijven, door wier herdersstaf wij willen geweid worden, en daarom vragen

we U

allen zonder onderscheid, dat Gij,

uw

lingen en Diakenen, niet uit

met uw medebroeders Ouder-

heerlijke bediening wilt wegloopen.

Dit heele jaar hebben wij het nu al ondervonden, hoe de Heere onze Ontfermer ook

de

buiten

moet

is

U

onder

zielen

uw bemoediging

tot

iets

zegen in

geestelijke

begonnen

Kerkgebouwen de

groote

nog

er

uw

prediking kan verkwikken

meu

grooter dan minder was dan voor de dagen dat

dit jaar, eer

en

;

aan toegevoegd, zoo betuigen wij U, dat de

vervolgen.

te

Amsterdam, November i886.

Ons

Ministerie van Predikanten begreep, dat waarschuwing tegen zooveel

misleiding strijd

onvermijdelijk

was.

Zulk

eene

verbintenis was geheel en al in

met „de zelfstandigheid en de gewetensvrijheid der Gemeente" Lidmaatschap;

zins gevaarlijk voor het

PrediJcbeiirtenblad

Voorzitter echter

weer een

enkelen vriend,

geene

van 13 November

onderteekend

andere

(de

De

waarschuwing, in het

en door mij als waarnemend

'geplaatst,

Praeses wilde dit niet doen), bracht

officiëele

die mij over dat kerkelijk

dan

taal,

leidde.

Uitgezonderd van eeu

smaadbrieven in mijn bus.

vloed

woord

kwam

spreken, hoorde ik

zich in de volgende karakteristieke,

die

alles-

in beginsel afscheiding; eene volks-

van dat volk

die tot de slavernij

telling,

;

nog

niet

eens de slechtste proeven uitdrukte.

Wel Heer Vos Gy nog

vraag u of dat

schandalig

ik

onder Getekende meen de vryheid u Dese letteren

niet

stukje

Genoeg

Gelastert

de Preedikbeurt

in

Gods door de kinderen van korap

te

heb tegen God en zyn Gezalfde te

zetten of dagt

Gy zoms

zenden en

om nu

noch

dat de kinderen

laten verschrikken neen vos dat baart u niets

Gy

zyt

want hebt u dan nog nooit Gelezen dat Bazans oge berg niet tegen zieons berg bestand was neen vos u zult noch wel eens pleizier hebben om dat gy God volk vertreedt maar God zal u belaggen u sprak van lidmaats boek hult te kradben maar als u zoo voort Gaat dan zal het voor u erger worden want dan wel

slim

maar zoo slim tog

kon u wel eens

uit het

niet

levensboek Gedaan worden

bij

God

die Gij lastert nu dit

heb

ik Gechreven.

WEd.

den

Daar

ik

by

al

't

gelezene

zoo Zijn zoo schiet mij Mij

gy

dunk UEds. zoo

kunt

gestr.

hart

't

Heer domenee G. y.

Van UEds.

schrijve Stil

Vos as.

moet

staan,

en denke hoe kan

hart vol over onze Kerk, en over al dat schrijve van

moet wel een verslage zyn Anders kan

Beraadslagen,

Want waarom

ik

my

't

UEd.

niet begrijpe

hoe

zyn toch onze Leeraars en verderen Leden -

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen