GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 106

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 106

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

100

noemt: »En zij zullen Mij tot een die woorden is uitgedrukt de toestemming in het verbond van de zijde des volks, welke innige en hartelijke toestemming de Heilige Geest in hunne harten werkt, wanneer de Heere hun zoo doet verstaan, dat Hij hun God zaak

heerlijke

volk

z

wil zijn.

ij

n."

In

Want ook

in het

genade verbond

zijn

twee deelen

En hoewel nu het hart des zondaars van nature toesluit voor God en af keerig is van zijn waren

begrepen. zich

ja, hoewel zelfs, waar een beginsel van iets goeds mocht komen, nog menigmaal de vrees de ziel op een afde Heere zegt hier als het ware met andere stand houdt. woorden: » Wanneer Ik Mijzelven aan hen recht zal te kennen geven als hun God, dan zal hunne ziel Mij de hand geven, en zullen zij het wel gaarne willen schrijven met hunne hand: Ik ben des Heeren." Het zal wezen, gelijk er bij den profeet die staat. De Heere zal zeggen tot Lo Ammi d. i. degenen

dienst;

,

Ammi

mijn volk. En zij zullen zeggen: o. Mijn God. Zie, dat is het: »Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn." In die liefelijke bedeeling des Geestes zegt de Heere, zal Ik Mijzelven als hun God aan hen te kennen geven, en zij zullen van ganscher harte er in toestemmen. En o ziet eens, als de Heilige Geest ons mag leeren, wat worden wij dan een leerzaam volk. Dat drukt de Heere in deze woorden uit: »En ze zullen niet meer, een iegelijk zijnen naaste en een iegelijk zijnen broeder, leeren, zeggende: Kent den Heere! want zij zullen Mij allen kennen, van hunnen kleinste af tot hunnen grootste toe, spreekt de Heere." Dat wil niet zeggen, gelyk de geestdrijvers wel hebben gedat er in de dagen des Nieuwen Verbonds geen plaats leerd meer is voor onderwijzingen, middellijk door menschen gegeven. Het behoort juist tot die bedeeling des Geestes, dat de Heere tot zijne jongeren zegt: »Gaat dan heen, onderwijst alle volken." Paulus onderwees, en de Heere opende Lydia's harte. Gewisselijk is er plaats, onder deze bedeeling, voor de opwekking, gelijk Jesaja zegt: »Komt, laat ons opgaan tot den berg des Heeren, tot het het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons leere van zijne wegen en dat wij wandelen in zijne paden." Maar de Heere wil hier in onzen tekst te kennen geven, dat, wanneer de Heilige Geest leert, de ziel ook leerzaam wordt. Dan is er niet veel drang toe noodig, om de ziel tot o. te brengen. Dan behoeft de lust om op de wegen des Heeren te letten haar niet ingestampt te worden. Dan gaat het met het verkeeren in deze genadeschool

niet zyn volk waren,

,

,

opmerken

d.

i.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 106

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's