Uit de diepte - pagina 704

698

IV.

»Mijn Heere en mija God!" Zoo sprak Thomas tot Hem, diö daar aan hem vertoonde als de gewonde en doorboorde. Ziet, daar aanschouwt hij de teekenen in de handen, de wonde in de zijde. Eene Maria wilde den Opgestane omhelzen van vreugde, maar zy werd teruggehouden en als bode der heerlijkste tijding uitgezonden; Thomas wordt uitgenoodigd deu vinger te steken in het teeken der nagelen en de hand te leggen in de zijde, maar hij heeft het niet noodig. Genoeg voor hem, dat hij in eerbied en bewondering Hem aanschouwen mag. Zijne handen hebben reeds het Woord des levens zich

1:1), waar zijn oor dat » Thomas" heeft vernomen, gelijk de Magdaleensche het » Maria"; genoeg is het hem, waar hij met zijne oogen aanschouwd heeft Hem, die voor den discipel zijn leven had gezet. Gelijk Johannes op Patmos den Zoon des menschen zag, wiens aangezicht was als de zon in hare kracht, en Hem hoorde, wiens stem was als van vele wateren, maar dienzelfden ook aanschouwde als het Lam staande als geslacht, zoo zag ook Thomas den Gekruiste, maar Opgestane uit de dooden en gelijk op het eiland der ballingschap van boven het woord tot deze wereld werd gebracht: »Ik leef en Ik ben dood gegetast (1 Joh.

;

weest, en zie Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen !" zoo het hier Thomas, die van deze aarde tot den Heere Christus eene belydenis uitspreekt, waarop de geheele Kerke het »Amen" zegt: de belijdenis: »Mijn Heere en mijn God!" Ziet, Hij is opgestaan met datzelfde, maar nu verheerlijkte lichaam, dat aan het kruis, het vloekhout hing. Zoo zal Hij staan op den berg der olijven en dan in den hemel voor het aangezichte Gods, om, als de grooto Hoogepriester het heiligdom ingegaan zijnde, dat niet met handen is gemaakt, de doorboorde

is

handen

leggen op den hemelschen Kapporeth (verzoendekdaar voor zijn volk te bidden, om vandaar zijn duur gekocht erfdeel mild te zegenen als hun God om daar als de van God gezalfde Koning zijn volk te regeeren in alle eeuwigheid. Gelijk de laatste koning van Athene het schoonst is in. het houthakkerskleed, waarin hij zich hulde, om door zijn dood zijn volk de overwinning te bezorgen over de Peloponnesische Doriërs; gelijk het vlaggedoek in de troonzaal van Amsterdams paleis niet zou opgehangen zijn, indien het niet zwart van den kruitdamp en aan flarden geschoten was, zoo is ook de Christus opgevaren ten hemel, gelijk een Thomas Hem aanschouwen mocht, en ontvangt Hij van al wat in den hemel sel),

te

om

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen