GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 209

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 209

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

:

203 Hij het immers, die zoo menigmaal in donkere en toestanden des lichaams en der ziele het licht deed opgaan, en wonderen deed, als wij het zoo zeggen mogen, grooter dan de spijziging der vijf- en der vierduizend. Elke sombere blik, elke zorgvolle zucht, elke droeve klacht, elk kleinmoedig vragen, verkleint het niet en miskent het niet de heerlijkheid des Heeren? o, Wij weten het wel, onze zonden zullen geen enkele straal zijner heerlijkheid dooven, maar dit wel in onze aanschouwing, in onze genieting; wel in onze erkenning, en dat tot groote schade der ziel. Werp alle uwe bekommernissen op den Heere en vertrouw op Hem, Hij zal het maken. Dat is geestelijk. Daarin ontvangt de Heere, wat Hem toekomt en daarin is het leven der ziel. Maar de vraag: » Wat zullen wy eten en wat zullen wij drinNu hebben ken en waarmede zullen wij ons kleeden ?" dat is wij geen brooden, wat nu?" Ziet, dat zijn de redeneeringen des vleesches dat is de zonde des ongeloofs dat komt de eer des Heeren te na. En dat geschiedt door hen, die de roeping hebben: » Verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uwen geest, welken Godes zijn!" Gij ziet, dat dit geheel tegen het leven Gods ingaat, en gij erkent dan ook volkomen het recht des Heeren om te vragen: »Hoe verstaat gij niet? Hebt gij nog uw verharde hart?" Diep beschamend is het zeker, maar tot uw heil en 's Heeren eer onmisbaar.

Zoo

is

di'oeve

;

:

;

;

Beschamend, maar onmisbaar want zij herinnert 1.

2. 3. 1.

is

de vraag des Heeren,

Aan den stryd, die geestelijk is. Aan het geestelijke, dat het hoogste Aan Hem, die in alles de Redder is.

Aan den

s>

is.

strijd, die geestelijk

is.

Heeft niet de mensch een strijd op aarde en zijn zijne dagen niet als de dagen eens daglooners? Zeer zeker. Maar dit is de strijd voor het tijdelijke bestaan, om de aardsche, de tydelyke dingen; en die strijd kan zeer zwaar zijn. Is er evenwel niet nog een andere strijd ? Geeft de Heiland dit niet te kennen in zijne vraag aan de jongeren ? Is het niet gelijk aan dat, wat Hij eens tot Martha zeide: »Martha, Martha, gij bekommert en ontrust u over vele dingen, maar éen ding is noodig" ? Is het niet alsof wij in de vraag aan zijne jongeren vernemen dat andere woord: » Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijne gerechtigheid, en alle andere dingen zullen

u toegeworpen worden"

?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 209

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's