Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 345
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
DE ONDERNOMEN VELDTOCHT, caal Bestuur van
Amsterdam, vóór dat
hem had moeten
uitgesproken,
»zijn
het de provisioneele schorsing had
hooren, en dat daarvoor
van de Synodus Contracta kan dat
327
in
nimmer een hooren
de plaats treden, onder mededeeling voorts,
geweten hem verbiedt door
daad mede te werken
zijne persoonlijke
tot dergelijke ontzettende ontheiliging der christelijke tucht,
de Synodus Contracta
waarin
na den
zich,
hij
loop, dien
nam,
als in alles
ziin,
te
weshalve
hij
aan
of het niet beter ware, de zaak
geeft,
zij
aangemerkt
ivenscht
solidair
ders
overweging
in
met zyne medebroe-
ten spoedigste door algeheele
vrijspraak en onverwijlde opheffing der provisioneele schorsing te beëindigen"
;
dat de Algemeene Synode op Dinsdag 14 September 1886 als getuigen
gehoord
W.
de heeren P. C. van der Horst,
heeft
G. Aalders, Praeses
J.
en Scriba van de Kerkeraadsvergaderingen op 7 en 14 December 1885 ge-
houden, Dr. G. J. Vos, Dr. H. P. Berlage en K. F. Ternooy Apèl, Predikanten
bij
de Nederduitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam, daarbij
besluitende, dat de President eerst de appelanten zou hooren over de vragen,
Synode wenschelijk
de
die
gegeven worden voeren
achtte,
terwijl
midden
te
alles in het
hun daarna de gelegenheid zou
brengen wat
zouden willen aan-
zij
;
dat daarop de heer Dr. A.
middags
te
Kuyper den
voor de Synode
11 uur
16^^" September 1886 des voor-
verschenen, en dat
is
waarnemenden President, na mededeeling van voormeld dering, 1**.
is
gevraagd
hem door den
besluit der
Verga-
:
»Door getuigen
is
verklaard, dat in de Vergadering van den Kerke-
raad van 7 December 1885
ingekomen de voorstellen van de Kerkelijke
zijn
commissie tot wijziging van Reglement op het beheer. Is dat juist?"; dat de appellant verklaarde aleer op deze of andere vragen
wenschen de praealabele quaestie
vooraf
te
sueele
informaliteit
te stellen
en de competentie der Synode
te
antwoorden,
aangaande eene proces-
om
in dit
stadium van
het geding, door het stellen van vragen het onderzoek in te richten, weshalve hij
zijn, hij
te
vooraf
verzocht
gelegenheid
zijne
stellen die
te
bezwaren op
te lossen, terwijl, als
zich bereid verklaarde
antwoorden
ontwikkelen,
te
zij
om
de Synode in de
weggenomen zouden
op de vragen, die hem gedaan zullen worden,
;
dat de waarnemende President
hem
bij
herhaling deed opmerken, dat
hem
de ruimste gelegenheid zou worden gegeven, alle bezwaren, ook die omtrent processueele leiding
informaliteit en incompetentie der
van het verhoor,
in het
midden
te
Synode ten aanzien van de
brengen, doch dat aan hem, als
President, en niet aan den beklaagde de leiding
van het verhoor was opge-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
![Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 345](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/het-keerpunt-in-de-jongste-geschiedenis-van-kerk-en-staat/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's