Het werk van den Heiligen Geest - pagina 251

NOG APOSTELEN? Paulus

lige apostel

God

dat

Cor. 4

schrijft in I

waar

9,

:

die de laatste apostelen zijn,

ons,

213

doode verwezen." Hoe toch kon Paulus zeggen telen," indien het

maals twaalf apostelen

En

het

oog

op deze

komt,

aanraking

wel

»Want

:

ik acht

zijn

de laatste apos-

eeuwen nog-

achttien

niet.

uitspraak van den Heiligen

stellige

Geest door den apostel Paulus, dat wij een in

»Wij

zenden? Dit kan immers

te

met het

is

:

om na

den Heere besloten was,

bij

zegt

hij

tentoongesteld heeft, als ten

met de Irvingianen

iegelijk, die

nadrukkelijk willen gewezen hebben op hetgeen

de Heilige Schrift ons voorhoudt omtrent zulke personen, die voorwenden, dat

apostelen

zij

Cor.

11

13:

:

zijn,

en zijn het

»Want zulke

Zoo waarschuwt ons Paulus

niet.

in II

valsche apostelen zijn bedrieglyke arbeiders,

zich veranderende in apostelen

van Christus

;"

en getuigt de Heere Jezus

op Patmos aan de kerk van Efeze: »Ik weet, dat

gij

beproefd hebt dege-

nen, die uitgeven, dat ze apostelen zijn, en ze zijn het niet !"

De

zaak

dus zóó, dat de Heilige Schrift van het optreden van

staat

een tweede reeks echte apostelen niets weet

Paulus

het apostolaat

was afgesloten

wel omgekeerd zegt, dat met

;

en opzettelijk tegen het bedrieglijk

;

optreden van valsche apostelen waarschuwt.

Vormt men een

op

niet

zich

daarbij

de

kalme,

nu de

Duivelen

gevleeschte

soort

rustige

en

voorstelling,

alle te

om

nabootsing er steeds op uit was, ;

dan

brief aan de kerk

hooger heeft

geestelijke

men die

dit

men

zet

soms de besten misleid werden

verschillen

ook

Maar

in

de kringen der

dwaze voorstelling

die

men, dat de valsche profeten zoo bijna geheel op de echten

terzijde en begrijpt

geleken, dal

dit zeker volstrekt

mannen, die

achtbare

Irvingianen zich hebben aangediend.

dat de valsche apostelen

dan past

zullen zijn,

zal

men

en houdt

;

in het oog, dat

bijna niet van het echte origineel

ook

inzien, dat

men

in

de dagen, toen Jezus

van Efeze zond, deze nagemaakte apostelen

zijn

alleen door

keur van de echten konden onderscheiden worden.

En

men

dat

eenmaal wél gevat, dan

mannen, die zich

in

zal

onze eeuw

er

op voorbereid

als apostelen

voor wie niet zeer diep zag zich precies heid en vriendelijkheid moesten voordoen.

als echte apostelen

En

zijn,

hebben aangediend,

terwijl alzoo

in

achtbaar-

ook deze nage-

maakte apostelen wonderwel op de echte apostelen vanouds geleken, bleef er

maar één

toetssteen over

om

hen

te

kennen, en die toetssteen was Gods

Woord. Aan dat Woord en aan dat Woord den.

En waar nu

dat

Woord

stellig zegt,

men

zich te hou-

dat de jongeren in Paulus' dagen

reeds de laatsten der apostelen waren, daar

der namaking

alleen heeft

is

hiermee reeds het eindvonnis

over deze voorgewende Irvingiaansche apostelen gestreken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen