Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 408
Van de ware Godtheyt
404
Christi.
A. Neen, als te sien is Ephes. 1. 5. V. Wie is uwen Vader de Vader of Soon of de H. Geest? A. Alle drie. Matth. 6. 9. c V. Maer wort de eerste persoon niet in een bysonder respect ende opsicht onsen Vader genoemt? A. Ja. d V. Welck is dat? A. Dat van hem begint die werckinge daer mede wy aengenomen werden tot kinderen Godts. b V. Om wiens wille heeft hy ons aengenomen? A. Om Christi wille. b V. Wie heeft ons dat recht verworven, dat wij tot kinderen Godts zijn aengenomen? A. De Heere Christus. c V. Waer uyt bewijst ghy dat? A. Joh. 1. 12, 13. Maer soo vele hem aengenomen hebben dien heeft hy macht gegeven kinderen
b
,
,
,
,
,
e
Godts te worden, &c. V. Die een kint Godts
naem d
is,
is
die oock
een erfge-
?
A. Ja: Kom. 8. 17. Ende indien wy kinderen zijn, soo zijn wy oock erfgenamen, &c V. Waer van is hy een erfgenaém? A Van het eeuwige leven: Rom. 8. 17. Soo wy anders met hem lijden, op dat wy met hem verheerlickt
worden.
my nu eens, welck dat daer ishetoogemerck van den Catechismus in desen Sondagh? A. Vast te setten de ware Godtheyt onses Salighmakers d V. Is dan de Heere Christus oock de waerachtige Godt met den Vader ende den H. Geest? d
V. Seght
d
A. Ja V. Kan
dat
hier uyt desen
genomen werden? A. Ja.
d
V.
Op wat
wijse?
Sondagh
klaerlick af-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's