Locus de Consummatione Saeculi - pagina 367
College-dictaat van een der studenten
35 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
me
kwaad van geslacht op geslacht den overgang ontvangt, tot aan het waanzinnige toe. De geschiedenis voor den zondvloed geeft dan ook den atavistischen indruk, alsof met de geslachten de uitbreking der zonde eindelijk barbaries werd, doordat men niets anders deed dan brassen en festijnen. Dat nu in 't geslacht van Noach eene andere ontwikkeling plaats greep, kan evenzoo atavistisch verklaard. Er kan van Adam af eene familie geweest zijn, waarin door isolement, ook afgezien van Gratia Communis, eene intooming en het a
en
t
a V
i
s
w.
d.
Potenzirung,
de
de overerving van
z.
die
kwaad
dat
bij
tempering der zonde plaats had, waardoor in dien kring zekere burgerlijke gerechtigheid en menschelijke eer naar buiten trad. De Heilige Schrift verzuimt dan ook niet te melden, dat het uitbreken der barbaries hiervan gevolg was, dat het isolement ophield en wel toen „Gods zonen" DTl^VH
opgevende,
met de
zich
atavistisch
~^}2
hun isolement
booze geslachten vermengden. Slechts
Noach volhardde in zijn isolement. We keeren nu weer terug tot de gansch andere verhouding, waarin tot
't
Dit
komt
Het
feit
:
wat
Gen.
we
brengt
is
8
:
Grod
te staan.
vooral uit in Cap. IX,
van den zondvloed
bespreken is
kwam
menschelijk geslacht
thans
dan
't
20.
Noach,
een
niet;
verschil
offer.
In
uit vs.
zelf,
hoe die ontstond en in zijn werk toeging slechts wanneer de zondvloed voorbij
we vragen
met vroeger ? de ark uitgegaan, bouwt den Heere een altaar en 21 en 22 zegt de Heere terstond na het offer: „Ik
voortaan den aardbodem niet meer vervloeken om des menschen ivil. Hier wordt de ordo continuus naturae als uitvloeisel van Gratia Communis door
zal
God
ingesteld.
de tweede plaats treedt van nu af aan de openbaring van het groote genadeverbond in, dat God in Christus zal openbaren. Daarom zal tot aan de parousie des Heeren geen tweede vergaan der aarde plaats grijpen. Met zijn eigen woord verzegelt en verzekert God het vaste bestand der dingen. Caput 9 1 geeft den indruk van een opnieuw optreden der benedictie Paradisi, alsof er nog nooit een mensch geweest was. Ten tweede krijgt, evenals in 't Paradijs, de mensch macht over de dierenwereld, maar met een verschil. Terwijl vroeger de mensch (cf. nu nog een dierentemmer) de dierenwereld door zijn persoon beheerschte, kan de mensch het nu alleen door vrees en verschrikking, d. w. z. door sluwheid en geweld In
:
tegenover de dierenwereld te stellen. Ten derde wordt er in vs. 3 iets gezegd, wat „Al ivat zich
roert,
het grcene kruid.
dat lerend
is,
zi/j
u
tot spijze
in ;
't
Paradijs niet
voorkwam.
Ik heb het u al gegeven, gelijk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's