Locus de Consummatione Saeculi - pagina 183
College-dictaat van een der studenten
181
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
De conclusie staat
in vs. 28 v., waarbij
liij
op de Uloyri komt.
Hier wordt
dus de diepste wortel van heel het beleid Gods met Israël ontbloot, en die ligt achter de creatie zelfs, dus zeker vóór Abraham een geheel universalistische ;
wortel en regel alzoo. Cap. IX, X, XI. Deze drie capita vormen samen één pericoop, welke ons de openbaring geeft van hetgeen wij ons moeten voorstellen omtrent de Joodsche natie, nadat ze hare positie in het heilige verloren heeft. Niet dus over de positie der Joden in het heilige,
IX
cf.
:
vioQ-eoLcc d.
i.
maar over zijne stamgenooten gaat de apostel hier spreken,
4 hunner is de hoc loco niet „aanneming tot kinderen" door den Heiligen Geest maar
2,
1,
3
(ot
aSsXtpoi nov, ot erjyysvatg (lov Kccra aaQKa) VS.
;
God
de aanneming van Israël als volk tot kinderen door
als Vader,
naar het
woord: „Israël is mijn zoon, zegt de Heere." VS. 5. Zoolang Israël nu in deze zijne geestelijke positie stond, moest daaruit voortkomen de Christus doch met de komst van dien Christus houdt dan ook deze exceptioneele toestand van Israël op cf. X Iv.v. Ten tweede zegt Paulus, dat een deel van dat oorspronkelijke Israël zich tot Chiistus heeft bekeerd cf. XI 5 lÊtiifia Kar' UXoy^v d. i. het heilige zaad, beheerscht en bepaald door de hXoyri. God heeft aan Israël de inayysh'cc gegeven. Doch, als dat nu zoo is, is dan niet de belofte Gods gebroken, waar we ;
:
:
zien, dat zulk
een groot deel van Israël afvalt en dies buiten die belofte valt?
IX 6—10. Neen, want
dat deel, voor hetwelk de Christus eene opstanding werd, verdient eigenlijk alleen maar den naam van Israël; die alleen worden Cf.
:
voor het geestelijk onfQ^a van Izak
is
bij
Abraham gehouden,
het anèofia gerekend of liever
is
gerekend. Niet Ismaël,
het onégfia
rrjg
hloyi]?
;
maar
en niet Ezau,
maar Jakob was het zaad, reeds vóór de geboorte als zoodanig door den Heere aan Rebekka aangewezen (vs. 11 en 12). Wie dan tot dat Xsliiilo. behooren ? God de Heere heeft alleen aan het echte öxéqfta de belofte der eeuwige zaligheid gegeven en de onderscheiding tusschen kern en bolster wordt door niets anders gemaakt, dan alleen door Gods vrijmachtige verkiezing (vs. 13, 14). Reeds in oude tijden was dit aan Mozes
geopenbaard (vs. 15), waarom de één niet en de andere er wel toebehoorde; en dus is er volstrekt geen onrechtvaardigheid bij God en is Israël in geenen deele misleid.
Nog
dieper
dringt Paulus hierop in door te wijzen op Farao, dien God had doen geboren worden en koning zijn enz., om in hem zijne rechtvaardigheid te toonen (vs. 17) en daaruit trekt Paulus nogmaals de conclusie „zoo ontfermt Hij zich dan, diens Hij wil, en verhardt, dien Hij wil" (vs. 18). expresselijk
Dan gaat de apostel tot de schepping terug, evenals in cap. doch nu niet om de zedelijke wereldorde aan te toonen, doch
V om
tot te
Adam» wijzen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 183](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's