Locus de Consummatione Saeculi - pagina 755
College-dictaat van een der studenten
423 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). het
geval moet de lasteraar der waarheid gedood.
uiterste
vragen we, getuigenis
is
de
uit
wel
het
schier
Heilige
mogelijk,
Schrift
te
voor
citeeren
zoo
Want
is het,
zoo
ernstigen stap zwakker
dan hier geschiedt.
bezie deze plaatsen eens van naderbij, en zie eens wel toe,
Immers
wat ze over het
dood brengen van hardnekkige aartsketters door de Overheid inhouden. Tim. 2 VS. 2 zegt er geen tittel of jota van, maar wil alleen, dat we bidden voor onze Overheid, opdat we een stil en gerust leven mogen hebben. Deze plaats, valt dus gansch weg. ter
1
Bom. 18 desnoods de
VS.
4
wel, dat de Overheid het
zegt
straffe des
doods
mag
zwaard zoo draagt, dat ze
opleggen, en verklaart evenzoo zeer stellig,
dat dit alzoo gezet is tot schrik voor dengene, die kivaad doet. — maar van een straffe des doods voor hem, die kwaad leert, wordt met geen woord gerept. Deze plaats zegt dus evenmin iets, tenzij eerst van elders wordt aangetoond, dat het kwaad leeren en kwaad doen voor den strafrechter gelijk staat. Jesaia 49 vs. 23 verklaart, dat de kerk Gods met rijke gaven door vorsten en vorstinnen geëerd zal worden. Over ketterdood nogmaals geen syllabe
Zoo
slinkt dus het achttal reeds op
vijf.
10 roept de koningen op, Heere, maar houdt geen woord in over Ps.
2
vs.
om
zich te laten tuchtigen door don
last of bevel tot
terdoodbrenging van
hardnekkige aartsketters.
2 Kon. er
toe
11
VS.
overging,
18 meldt van niets dan van een volksoploop, waarbij
om
Mattan, den priester van Baal, dood te slaan.
men
Van een
geen sprake, maar van lynchrecht. Zelfs staat wel deed, al dan niet. plaatsen, uitsluitend de drie uit den Pentateuch 5 met geen woord van strafrechtelijke vervolging der valsche leer, als plicht der Overheid, sprake is. En wat melden nu die drie Pentateuchplaatsen? Alle drie behelzen zeer zeker den last, om iemand te dooden, in verband met lastering in het heilige. Maar hoe? In de beide plaatsen, t. w. in Deiit. 13 vs. 1, 2, 5 en in Deut. 17 vs. 18 wordt niet in het algemeen gesproken van een ieder, die hardnekkiglijk God lastert, maar van één bepaald soort menschen, t. w, valsche profeten. En dezen nu worden met den dood bedreigd in twee bijzondere, met name genoemde gevallen, t. w. in Deut. 13 vs. 1 — 5, als zulk een valsche profeet „een wonder gedaan had, dat idtkivam" ; en in Deut. 17 vs. 18, als hij was opgetreden met het beweren: Ik heb een bijzondere openbaring van God ontvangen.
daad der Overheid is hier bij, of het ook hierin Blijven alzoo van de acht over, overmits in de overige er niet
Aangenomen dus voor een
oogenblik. dat deze last nu nog voor de Over-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's