GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Locus de Consummatione Saeculi - pagina 390

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Locus de Consummatione Saeculi - pagina 390

College-dictaat van een der studenten

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

De

atmosfey-ische

toestand

der

aarde

is

van dien aard, dat er slechts een

waar de mensch kan wonen, zonder dat de atmosfeer zijn leven bedreigt. Naar gelang men zich van het aequinoctium verwijdert, kan men niet leven zonder vuur. Hout is het eenige brandmiddel. Daarvoor zijn bosschen noodig. Deze waren er vele. Naarmate nu de menschheid zich uitbreidde, bleek, dat de ontwikkeling alleen in de vlakten voortgang kon hebben. (Tegenwoordig vindt men in de landen van beschaving het geringste aantal bosschen). Voor de cultuur moesten breede terreinen gecreëerd. Wat gebeurt nu? Op een gegeven oogenblik laat God de Heere plotseling de zwaarste bosschen in den bodem inzinken, laat er eene nieuwe dekstof overgedeelte

klein

is,

heen vloeien, zoodat al die brandstof in het binnenste der aarde besloten wordt en als nu de tijd aanbreekt voor de menschelijke ontwikkeling in de vlakte, dan wijst Hij den mensch die brandstof aan en verstrekt ze hem in de aanwezige steenkool, zonder dat deze de menschelijke ontwikkeling in den weg staat. Zoo ligt er ook in de steenkolenlo,gen een heerlijke openbaring van Gods genade. Doch er ligt ook nog iets anders in. Men heeft nu reeds berekend, in hoeveel jaren de steenkolenvoorraad in Engeland zal uitgeput zijn. Kan men in andere landen wel weer nieuwe mijnen ontdekken, toch ligt in deze zelfde daad van G-ods voorzienigheid ten opzichte van de steenkool tevens opgesloten, dat de wereld een tijdelijk bestaan heeft en dat er een tijd komen zal, waarop 't leven van den mensch op aarde ondenkbaar zou zijn. Dit enkele voorbeeld spreekt sterker dan tal van voorbeelden. Daarom genoeg hierover. Toch zijn de positieve werkingen op de natuur ook nog weer van spe ei alen aard. Zeer speciaal karakter op het terrein van Gratia Communis dragen de genezende kruiden en bronnen. Zonder zonde geen ziekte. Zonder zonde hebben die krachten in genezende kruiden, mineralia en Heilsbrünnen, geen reden van bestaan. Bepaalde antidota tegen krankheden erlangen eerst beteekenis in de veronderstelling, dat er kranken zijn. Na de zonde is de dood in de wereld gekomen, voorafgegaan door allerlei ziekte en pestilentie. Gelijktijdig nu zien we uit de aarde voortkomen allerlei door God geschapen creaturen, ;

die

de

grijpt

macht bezitten den voortgang daarvan

dus

te stuiten.

Op

physiscli gebied

hetzelfde plaats als op p)sychisch terrein.

hoe de weerzin van velen tegen voorzorgsmaatregelen daarin geen oog hebben voor de Gratia Communis. Eerst als men de juiste verhouding tusschen Gratia Specialis en Gratia Communis heeft ingezien, ontstaat het recht verstand en gebruik van medicamenten. DaarV)ij kan nog gevoegd, dat de menschelijke levenskracht na de sonde door God gereduceerd is. Voor den zondeval een levensduur van eeuwen en reusHieruit

blijkt,

wortelt, dat

zij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's

Locus de Consummatione Saeculi - pagina 390

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's