E voto Dordraceno - pagina 324
ZONDAG
312
HOOFDSTUK
XII.
VI.
juist koning der gerechtigheid heette en koning van koning des vredes was, is daarbij goddelijke naam-symboliek, vreemd voor wie acht dat Melchizedek daar zóó ongeroepen als uit een duisteren achtergrond opkwam, maar geheel natuurlijk en verstaanbaar voor wie gelooft, dat Gods bestel er in was, toen Melchizedek van zijn
Dat nu Melchizedek
Salem,
vader
d.
i.
naam
zijn
ontving en toen
latere Jeruzalem dezen
Wat ook
den Christus gezegd
tot
zij
ordening
Abraham
juist
voor de poorte van het
koning-priester moest ontmoeten. is,
geldt
dus ook voor
zijn
verlosten:
koningen en priesters Gode en den Vader, niet naar de van Aaron, maar naar de ordening van Melchizedek; edoch
zijn
alzoo door den Middelaar gemaakt.
ZESDE HOOFDSTUK. De wet stelt tot ho o ge priesters menschen, die zwakheid hebben; maar het woord der eedzwering die na de wet is gevolgd, stelt den Zoon, die in 28. Hebr. 7 der eeuwigheid geheiligd is. :
Een vorig hoofdstuk deed de heerlijkheid van Melchizedeks priesterschap boven dat van Aaron uitkomen. Zien we dan nu, wat van Aarons priesterschap
te
oordeelen
zij.
den voorgrond sta daarbij ook hier, dat alle priesterschap is de toewijding van ons geheele bestaan en zijn en persoon en gaven en bezittingen aan den Heere Heere, die ons geschapen en geformeerd heeft en uit dien hoofde absolutelijk over ons heeft te beschikken. In den
Op
raad des welbehagens en der verkiezing grijpt die absolute beschikking van God over ons met al wat we het onze noemen, feitelijk plaats, maar in het priesterschap eerst komt het tot een volmondige en daadwerkelijke erkenning onzerzijds, dat die absolute beschikking goed en recht
is
en
doen moet bepalen. Zoo is dus, en dit houde men toch strak vast, zoo is dus het priesterschap niet om de zonde noch eerst na de zonde ontstaan, maar gegrond in onze natuur en eeuwig bij ons hoorende. Eerst wie priester wierd en blijft is waarachtiglijk mensch, den beelde des Zoons gelijk, en beantwoordt aan de bestemming, waartoe God hem schiep. Immers ons
zijn en
priester alleen.
zijn
is
Gode de
eere
geven,
eere
geven aan
God den Heere
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's