E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 21

XXVII. HOOFDSTUK

ZOND.

23

III.

achter blijken zal gesn enkele korrel goud te bevatten, dan vat

wordt

en

dief

gevonnist even alsof

dief

die

goud gestolen had. Kortom opgedolven, ook

in elk opzicht gaat de

greep,

plaats

niet

schifting

te

aannemer, zoolang de

werk, als ware er niets dan louter goud

de dagelijksche ervaring hem, dat hoogstens één

al leert

honderste van de opgedolven massa werkelijk goud

Dit nu vindt een ieder

kan

in

moet behandeld

zijn,

men

kent

bij

is.

zulk een gouddelverij geheel natuurlijk. Nie-

denkt er anders over. Niemand doet het anders.

mand

alsof het enkel

Maar zoodra nu

niet.

dien

hij

een klomp van lonter

hij

Alles

waar goud

goud ware. Een anderen regel

precies die zelfden regel op de kerk

van

Christus en het Sacrament des Doops wordt toegepast, roept en schreeuwt

een iegelijk over innerlijke onwaarheid en over een onbegrijpelijke daad.

En

toch de zaak

Het goudveld

is

feitelijk

precies dezelfde.

wereld,

de

is

waar God de Heere door

verborgen

zijn

Geesteswerking, krachtens zijn uitverkiezing, het goud van Christus' echte

kerk in verscholen heeft.

De eigenaar van recht

om

den regel vast

aannemer,

door den

Nu

hebben.

goudveld

dit

ligt

d.

ook

de Heere, en Hij dus alleen heeft het

is

te stellen,

door

i.

waarnaar de opdelving van dat goud zichtbare kerk op aarde, zal plaats

zijn

op dat geestelijk goudveld het goud niet apart en

ook

niet op onfeilbare wijze voor het oog zichtbaar. Integendeel

goud

lijk

verborgen in een massa

ligt

dio

geen goud

dit geeste-

en zoo vastgehecht

is,

en vermengd met andere bestanddeelen, dat de kerk nooit met zekerheid

zeggen kan,

Wat ook van

clit

op

is

goud en dai

dit geestelijk

is

het niet.

goudveld wordt opgedolven

geloof, rustende op gissing, onderstellig

den regel dien God

een voorwerp

is

en vermoeden te regelen naar

zelf voor de uitdelvlng bepaald

Waaruit volgt

heeft.

dat de kerk zeer wel weet, dat ze ook op dezen akker onder 3000 pond

misschien slechts 300 of 30 pond goud zal gewonnen hebben, maar

stof,

niettemin

en omzichtigheid

zorg

het

van Godswege gehouden

niets

al

te

bergen en te

dan louter goud ware.

blijken, als het

het

heeft

om

erts

plaats

voor

die 3000

bewaken en

Wat

pond met evenveel

te

hiervan aan

behandelen, alsof zij,

zal eerst

opgegravene erts door den aannemer geleverd

Smelter en Schifter, die in

en

om

is,

zijn oordeel alle

scheiden

zal.

gegrepen,

is

is

later

aan den

echt goud van het klatergoud

Maar zoolang deze smelting en

schifting niet

de kerk geroepen en van Godswege gehouden,

de geheele massa juist evenveel zorg te dragen alsof het alles

goud ware. Vandaar de schijnbaar zoo vreemde haar gedoopten

stelling, dat de

als uitverkoren heeft te bejegen. Iets

kerk

wat natuurlijk

al

niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen