GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 410

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 410

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND. XXXIIl.

412

waardoor

HOOFDSTUK

IIT.

Hij middellijk op ons werkt, gelijk Hij dit doet door het

de Sacramenten, door onze levenservaringen, door

door

tingen

Er

enz.

wedergeboorte geen middellijke werking van wat

in de

is

Woord,

ontmoe-

allerlei

aard ook. Als God een zondaar ten leven wederbaart, doet Hij dit rechtstreeks en onmiddellijk, zonder eenig tusschentredend instrument. Hij zelf

dringt

de

als

aan en vernieuwt het

onbegrijpelijk.

het in den wortel

de wijze waarop deze werking toegaat, voor ons

is

De uitwerking

werking zelve

de

in, grijpt

in zijn verborgenste kern.

daarom echter

Juist

ons wezen

Geest in

Heilige

van kunnen we onder woorden brengen,

er

Die werking zelve toch

nooit.

is

het brengen van het

leven in den dood, en hiervoor heeft onze menschelijke taal geen woorden

en onze gedachte geen ontleding. Niemand kan zeggen, wat

nog veel minder omschrijven op wat wijze

Het uitgangspunt kennen we. en een

iegelijk, die

leven

en

is,

dit

leven in den dood ontstaat.

is

de dood van den zondaar,

Dit toch

de diepte der zonde niet

peilt,

en in Arminiaanschen

Roomschen trant zich nog altoos voorstelt, dat ook een zondaar, hoe zwak ook, toch nog wel eenige ritseling des levens in zich draagt, geraakt in strijd met de Schrift, die ons uitdrukkelijk leert „dat wij van nature of

dood t-

zijn

in

dood

dat de

anders

iets

dood in de hel wordt Satan

de

Maar

den.

en

staat

bestaan zich

goddeloos

nog

is

geen

smarte

en

roert

dan

is

hierbij

wel in het oog, den eeuwigen

vernietiging. Zelfs in

niets vernietigd,

eenig

als

men

Slechts houde

misdaden."

de heel

maar

wat

dood

is

Zoomin

bestaan.

en

de

in

aan

hel

met God

hij

gemeenschap

in

stond

het

wel met

den zondaar. Hij

wel een

Adam

maar het eeuwige leven

meenschap tusschen God en

meer van Godswege

bezieling

in zijn ziel geen Hij

is

zijn hart is

in

vonk meer; maar

daarom geen „stok of

in

Zoo nu

met

Ook heeft

hem

niet.

De

hij

ge-

verbroken. Er gaat geen innerlijke

hem

En dientengevolge

uit.

is alles in

blok",

is

gloort.

staat het niet

bestaat wel en bestaat wel als mensch.

leven;

tijdelijk

hem

Maar zoo

in het paradijs.

alleen,

gemeenschap bezieling

staat, uit die

ontvangt en zoo de vonk dier Goddelijke bezieling in

^

be-

dood

den,

onderworpen. Leven doet een engel, en evenzoo een mensch, dan zoo

wor-

vernietigd

ooit

Alles

leven. lijdt

blijft alles

kan

mensch

maar

hem doren blijft

ook

gloort er

dof en doodsch.

in zijn staat

van

zonde en dood een mensch; een mensch met een hart; een mensch met bewustzijn

nog

in

Geen

en wil;

is

niet verminkt; alles

hem. Maar de vensters

zijn

wat een mensch maakt

is

gesloten. Eeuwige nacht omhult hem.

van hooger glans dringt

in

deswege nu kan het leven nooit

in

lichtstraal

Juist

hij

hem hem

door.

terugkeeren, tenzij

God

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 410

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's