E voto Dordraceno - pagina 503
ZONDAG
XVII.
HOOFDSTUK
491
IV.
De opstanding
ziet dus niet op het leven, op het aanzijn, op de exisde gestorvenen terstond na hun dood bezitten. Neen, na hun dood volgt eerst een ten deele beperkt leven, waarin ze nog niet zijn opgestaan, en waarin de heiligen van onder het altaar, de opstanding tentie,
die
o, heilige en waarachtige Heerscher !" hun wierd gezegd, ,,dat ze nog een weinig tijds rusten zouden !" (Openb. VI 10. 11). De opstanding strekt dus veel verder, en doelt eeniglijk op dien doorluchtigen dag des Heeren, als de triomf over zonde, ellende en dood geheel
verbeidende, juist roepen: „Hoelang,
En
:
en volkomen
nu geschiedt terstond na den is nog slechts voorloopig. En de volkomen zegepraal over de onheilige machten en de vijanden Gods en de volkomen terugkeer van ongebroken paradijs-geluk, naar heel voltooid
dood nog
uw
niet.
existentie,
met heel
uw
De
d.
i.
zal
uitbreken.
Dit
triomf dien het geloof behaalt,
naar
ziel
en lichaam beide, en zulks
geslacht en met een wereld, die er
alles toeft totdat Christus
wederkomt en
bij
past,
in
vereeniging
om
u,
—
dit
straks de elementen versmelten.
daarom nu is hier een waarborg noodig. Reeds eeuwen lang zijn Gods kinderen in den dood gegaan, niet wetende hoe lang het nog duren zou, eer die volle triomf aanbrak; maar dan toch zoo dat het voor Abraham en David, voor Johannes en Paulus reeds een machtige reeks van eeuwen wierd. En al spelt het geloof de wederkomst des Heeren altoos als nabij, eenvoudig om dat geen Maranatha Juist
ooit
anders dan met onmiddellijke verwachting
toch
kan de mogelijkheid
niet
in
ons hart kan leven,
ontkend, dat eer de Christus weerkomt,
eeuwen dat sinds der apostelen martelaarsdood verliep, nog zal worden verdubbeld. Een waarborg wordt dus in ons sterven gevraagd, dat, als we machteloos in ons graf wegzinken, om wel bij den Heere te zijn, maar toch lang, misschien nog eeuwen de volle zegepraal te derven, het einde geen schriklijke teleurstelling zal opleveren, maar eens zeker, eens gewisselijk het aantal
de zalige opstanding brengt.
En dezen waarborg, deze zekerheid uit
biedt nu de Opstanding van Christus
de dooden, niet aan de wereld, maar aan Gods kinderen. Niet aan de wereld. Want de wereld belijdt Hem niet als haar Hoofd,
Zelfs verstaat
Christus ons
een
kind
der wereld
Hoofd! Maar een kind
er
niets
van
van, wat dat zeggen wil:
God
verstaat
dat
wel.
Hij
ontwaart dat lichaam Christi in het trekken van de banden des levens en der liefde onder Gods heiligen. Hij voelt zich in dat lichaam als een ingevoegd lid. En als lid in dat lichaam inzijnde, beseft hij, hoe Christus
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's