GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 72

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 72

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

60

daar aansprakelijk alleen nu niet kan,

HOOFDSTUK

IV.

I.

en van mij vergen, wat maar vroeger ook nimmer kon?" stellen,

ik

persoonlijk

niet

merkt de Catechismus op, dat ge u vergist, v^ant in Adam in waart, en dus in hem wel wezenlijk dat gij eens die gave bezeten hebt, en evenzoo in hem wel waarlijk door eigen moedwil u van die gave beroofdet. Dat toch is de zin van wat de Heidelberger zegt, dat de menschen zich zelven en al zijn nakomelingen Hiertegen

echter

wel terdege

van deze gave beroofd heeft. Om dit nu wel te vatten, moet helder ingezien, dat de gezamenlijke op aarde leefden, leven en zullen jeven, niet als zandkorrels los naast elkander op een hoop liggen, maar als de bladen zijn van eenzelfden boom. We vormen saam één geslacht. We zijn allen saam één menschdom. Het is alles het een uit het ander voortgekomen. Uit éénen bloede heeft Hij ons allen gemaakt. Niet de zandhoop, maar de eikestam

menschen

die

dus ons beeld. Alles organisch saamhangend. Saam één leven levend. Een iegelijk dier allen met allen lotgemeen. Eén onverbrekelijke levens-

is

gemeenschap.

En

wanneer ge een

gelijk nu,

eikel

in

den grond

legt,

al

wat

ooit

aan dien opgegroeiden eik uitbotten of bloeien zal, uit dien eenen eikel komt, en er in

was,

dien

uit

zoo

komt

oorspronkelijk in

eikel

Adam

uit

Adam

niets

zijn

komen kan, wat al

God

niet

oorspronkelijk

mensch is, en moet dus wel wat later uit hem opgroeide. het Werkverbond. „Verbond" toch van ons afzonderlijk in betrekking

wat

geweest,

Dit nu ligt het klaarste uitgedrukt in

beduidt dat

er

de Heere niet met elk

al

met heel het menschelijk geslacht opeens rekent. Als de Keizer van Duitschland met Nederland iets te verrekenen heeft en b.v. honderd millioen gulden van ons land moet hebben, dan zegt hij niet: ,,Er zijn 4 millioen Nederlanders. Dit getal op de 100 millioen gedeeld, geeft ƒ 25 schuld voor elk", om nu voorts aan elk Nederlander persoonlijk een vordering tot zulk een bedrag thuis te zenden; maar hij eischt die gansche som opeens van onzen Koning; en of ge nu nog niet geboren waart toen staat,

maar dat

Hij

Nederland die schuld aanging, dat doet er niets toe; als Nederlander, wanneer ook geboren, zijt ge in uw Koning gerekend en mede-aansprakelijk voor de gevolgen, zoo uw Koning en uw Hoofd die schuld niet kwijt. En op die wijs moet ge nu ook Adams positie verstaan. Adam is de generale menschenkoning en aller menschen hoofd, en God de Heere die de menschelijke schuld niet op ons, hoofd voor hoofd, maar op ons geslacht in eens verhaalt, acht ons allen

ons allen alleen met hem. te

En

in

Adam

of we, toen onze

te

zijn

en rekent voor

menschenkoning weigerde

betalen nu reeds geboren waren of nog niet geboren, dat doet er niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 72

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's