GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 351

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 351

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXIL

ZOND.

HOOFDSTUK

Hem

op zou wegen tegen hetgeen wij van

353

III.

ontvingen. Ja meer nog. Zelfs

het denkbeeld, alsof wy, uit onszelven Gode iets zouden kunnen toebren-

wat we

gen,

om

niet eerst,

Hem

het

te geven,

van

Hem ontvangen moesten,

tegen-Schriftuurlijk, alle godsvrucht vernietigd, en ongerijmd.

is

God de Heere

altoos de Gever; wij blijven altoos zijn

blijft

schuldenaren;

en van een afdoen van onze rekening met God kan nooit sprake

met geschenken

Xiet de ééne rijke vriend die den anderen

op

beurt geschenken terug ontvangt, geeft ons daarom ten deze de

zijn

we hebben moeten, maar

voorstelling die

verhouding tot

ongelukkig man,

die

nu door een

verlost, doordien deze

voor

en

rechte

in

hem betaalt;

levensonderhoud voorziet,

zijn

plaats

draagt,

jegens

uiten,

hij

zal

in

en als die arme nu hulpeloos

zoo

hem

een woning

het hart op de

hij

zijn

dankbaarheid kan

die

Immers

geschenken. zijn

hierin

hand

is,

dank

zijn

ontving

hij

met gevoelens niet

hij

hij

hem

tot

gaat,

hem

ver-

En

van den weldoener

hij

Maar

zei ven.

hem gevoelt in zijn wie hem belasteren hem

van

naam opkomt bij als hij hem ontmoet; en

bekennende

daardoor

bezit niets. Hij heeft niets.

blijken, dat hij recht

dank warmelijk betuigt

vertrouwend

lijden,

zal,

hart; voor zijn eer en goeden zijn

Een doodarm en

het betaalde terugbetaalt, noch ook doordien

rijke

wat

alles

wel

dat

met

eert

nader.

weldoener bezield

dien

van innige dankbaarheid. Maar

in zija

het beeld nog niet.

is

rijken weldoener uit zijn gevangenis

en zonder een duit op zak, honger, zou moeten biedt

arme bedelaar

alleen de

weldoener. Ook dan

zijn schatrijken

maar het brengt ons der waarheid toch

zuiver,

wordt

zijn.

begiftigt en

;

is hij

weer

in nood^

zijn

goeddadigheid en zijn mede-

uw

betrekking jegens den Heere

doogen.

En uwen

iets

hiervan nu vindt ge weer in

God. Hij heeft u verlost van

rantsoen te vinden. Hij heeft en

kommer

uw

schuld en zonden door voor u het

toen ge hulpeloos en naaktin

u,

zoudt zijn verzonken, voorzien van

telijke nooddruft.

En

Hij heeft

Hem

iets te

uw

tijdelijke

bovendien u vereerd met

zijn

en gees-

vriendschap

Hem

nu waarachtige dankbaarheid

geven? Maar

Hij is de rijke God, die niets

en vaderlijk vertrouwen. Hoe zult ge

bewyzen? Door

al

uw honger

Waarvan zoudt ge het Hem geven, daar gij niets hebt, dan wat ge van Hem ontvingt? En hoe zoudt ge het Hem geven, daar ge niets goeds doen kunt, of ge zijt Hem toch schuldig ? Maar wel kunt ge innigen dank in uw hart voor Hem gevoelen. Wel kunt ge ijveren voor uw ont-

"behoeft.

fermenden God, en

loflied

weet dat

als

anderen

zijn

naam hoonen. Wel kunt

ge in

uw gebed

uw dank voor Hem uitstorten. En wel kunt ge mijden wat ge Hem mishaagt, en loopen op het pad waar gij weet, dat Hij u

zien wil. E VOTO DORDR.

III.

23

'

)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 351

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's