GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 426

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 426

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND. XXXIII. HOOFDSTUK V.

428

"*>

wijze,

en

niets

ter

wie op aarde leven

bij

blijft

op een aardsche wijze, doet hier

van beide gevallen

geen

In

zake.

de uitspruiting van het

is

leven uit den vernieuwden levenswortel iets dat vanzelf tot stand

komt

en buiten God omgaat. Dit

beweren ware

te

in

den grond der zaak

feitelijk niets

anders dan

een loochening van de wedergeboorte. Immers wat in de wedergeboorte

komt

stand

tot

is

om nimmermeer

woning maakt,

met uwe

huwelijk

van hem

wijken, en alsnu

te

Ook zonder dat

ziele.

nog

er

gij

iets

heft Hij de scheiding tusschen zichzelven en den wortel van

van het oogenblik uwer wedergeboorte

op, en

hem in wen-

Door de wedergeboorte treedt God de Heere dus weer

j dig te beheerschen. in

dat G-od de Heilige Geest in zulk een zondaar

juist

af, is er

van merkt

uw zieleleven

geen andere wer-

king of uiting van het nieuwe leven in u denkbaar, dan die haar diepste

oorzaak in God heeft en slechts haar tweede oorzaak in

den wedergeborene

daarvan dat

Wat nu

en

eeuwiglijk nooit iets anders dan vracht

blijft

bewerkt werd door God.

hij

het intvendig werk des Heeren hierbij aangaat, dit

verborgen

geheel

men

is

Elk werk van

u.

is

uiteraard

Want wel noemt naam is immers over-

en dus voor geen ontleding vatbaar.

het vaak de imvendige roeping,

maar ook deze

drachtelijk en wijst slechts op een enkel bestanddeel van deze inwendige

werking. Slechts zooveel weten

we desaangaande,

v.

b.

uit het voorbeeld

van Johannes den Dooper, het zaad der wedergeboorte lange dagen iemands iets

ziel

schuilen kan, zonder dat

van een verdere werking Gods

waakt de Heilige Geest

hij

zelf of

niet

merkbaar,

dat

in zulk een ziel wel over

blijft.

-werking

zal

gewaar wordt. Dan

dit

zaad Gods, houdt

maar het is voor ons althans

er een bepaalde werking op uitgaat. Veeleer maakt

het op ons den indruk, alsof het Dit

iemand anders ook maar

in zijn binnenste

het levendig en weert alle gevaar er van af;

in

nu wel zoo

soms jaren lang

niet zijn,

in denzelfden toestand

en veeleer moet ondersteld dat de

des Heiligen Geestes altijd doorgaat,

maar

dit is

bereidend, een werking die pas later uit kan komen.

het vroeg of laat in de wedergeborene

ziel tot

dan louter voor-

Doch daarna komt

een meer rechtstreeksche

en bepaalde aangrijping van den wedergeborene door den Heiligen Geest,

zoodat de

kiem begint

ontstaat, en het

is

meer

te

ontkiemen

en er zekere ritseling des levens

uitsluitend die daad, die

we

als inwendige roeping

kennen, en die altoos met de uitwendige roeping in verband staat. Juist <

een

daarom echter mag

die

uitwendige roeping nooit anders dan als

daad Gods verstaan worden. Diezelfde God

ook de God

die

zijn heilige

Opsnbaring heeft

die

hem wederbaarde is zijn Woord

gegeven! die

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 426

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's