GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 364

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 364

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

366

XXXII. HOOFDSTUK V.

ZOND.

door de daad in de naleving van het Gebod,

tweede

daarna en in de

eerst

plaats.

Slechts ééne bedenking

met het oog op onzen Catechismus hiertegen

is,

Men zou namelijk kunnen

in t€ brengen.

dien

komt

vragen, of de Catechismus,

metterdaad alzoo bedoeld had,

hij dit

dan

in-

van

niet de behandeling

het Gebed zou hebben laten vooraf gaan, ora eerst daarna de behandeling

van de Tien geboden valt geheel, zoo

om

men

klimmen en

in zijn behandeling te

heiligste.

Er

is

hier

Deze tegenbedenking echter

te laten volgen.

ver-

de bedoeling van den Catechismus in het oog houdt,

men noemt

v^^at

met het

te eindigen

een climax,

d.

teederste en

een voortschrijden

i.

de diepste diepte naar de hoogste hoogte. Eerst onze zonde en ellende;

uit

daarna de

verlossing;

ten

de dankbaarheid, en ook in deze leer

slotte

der dankbaarheid een opklimmen van het mindere tot het meerdere. Dit

dan ook

is

als bij instinct bijna in alle

Gebed komt

in bijna alle achteraan.

Catechismussen zoo geschied. Het

Opdat echter deze achteraanplaatsing

mis zou worden verstaan, heeft de Catechismus

niet

om

voor gedragen,

er opzettelijk zorg

aan het Gebed toekomt, u

als hij

zeggen,

te

dat

hij

alsnu den top van den berg bereikt heeft, door het Gebed in te leiden als

Dankbaarheid het voornaamste stuk.

in de

Op

zich

meer

heid

zelve zou in deze gewichtige quaestie dan ook geen moeilijk-

ware het

overblijven,

onheilig previlege ontving van te

niet dat de

kunnen

genachtig.

En

onwaar

niet enkel in zijn woord,

is

is,

men en

en dan in

zuivere uitdrukking

onwaarheid,

de

veinzen. Alle

wel leugenachtig in zoohooge

dat

er slechts eerst

mensch door de zonde het

is

u,

maar evenzoo

zoo èn

van wat

uw woord

er ligt op

mensch dat

m.ate,

in zijn daad.

èn

uw

nu

is

hij

leu-

gedurig

Waarheid

daad de volko-

den bodem van

uw

hart;

de leugenachtigheid van onze levensuiting wordt ge-

boren,

zoodra of onze

daden

iets

lippen

iets

anders pogen

uit te spreken, of

anders uitdrukken dan wat er in ons hart omgaat.

onze

Nu komt

echter die leugenachtigheid veel sterker uit in ons gesproken woord, dan in onze daad.

Dit heeft tweeërlei oorzaak.

sproken woord rechtstreeks diger

uit

Vooreerst toch vloeit het ge-

ons bewustzijn, en merken

de leugen die in ons woord spreekt,

de uitdrukking van ons leven in daden verzelt. het

onzerzijds

dan

om

te

achtigheid

keerd

veel

minder inspanning

veinzen in onze daden. in

om

te

drukken, wat in

in

veel spoe-

En

die

ten andere vereischt

veinzen in onze woorden,

Gevolg hiervan nu

dat de leugen-

is,

iemands woorden algemeen geducht wordt

iemands daden

we

dan de leugenachtigheid,

terwijl

omge-

den regel ondersteld worden, ongeveer

uit te

hem omgaat.

Dit

nu maakt, dat men,

;

ter beoordeeling

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 364

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's