E voto Dordraceno - pagina 447
ZONDAG en het
kwaad
!"
d.
w.
spraak onafhankelijk
z.
zijn.
gij zult
De
HOOFDSTUK
XVI.
uw
435
II.
eigen rechter en van
afval en de zonde
was dus
juist
op het punt van „Gods waarheid", en hing tevens middellijk
God
vraag, of
Rechter over ons zou
zijn,
of wel
dat wij
Gods rechtaangekomen saam met de zelf
tusschen
kwaad en goed zouden beslissen. Toen het daarop aankwam, had nu de mensch de waarheid Gods verdacht en prijsgegeven. God tot een leugenaar gemaakt, en het er voor gehouden dat Satan waarheid sprak; door de zucht om aan het recht Gods van
door
recht,
een
eigen
hij hierbij gedreven wierd ontkomen, en zijn eigen stelsel onderscheiding van goed en kwaad, op te
terwijl te
richten.
Op tweeërlei kwam het dus aan. Vooreerst op de vraag: Hoe zou Gods waarheid hersteld worden? En ten andere: Hoe zou uitkomen, dat Gods recht heerscht over den mensch, en aan hem geen beslissing tusschen goed en kwaad kan geschonken worden ? Immers het stellen van het onderscheid tusschen kwaad en goed, is het instellen van de Wet; en de vraag stond dus: Zou de mensch aan God de wet stellen of God aan den mensch? En overmits nu de mensch in onbegrijpelijke vermetelheid het had aangedurfd en bestaan, om te zeggen: „Mij komt het toe, uit te maken wat goed en kwaad is, en niet aan God; niet God, maar waarheid en de gerechtigheid met den eeuwigen dood.
Satan sprak waarheid, zoo eischten de
Gods
beide, dat er geboet wierd
„Gerechtigheid Gods" beteekent hier derhalve, dat schepsel het recht bezit,
om
de
Wet
in
te
stellen
God
en
uit
en te
niet
het
maken wat
waarheid Gods" duidt hier aan, dat voor God bij zijn schepsel geloof moet bestaan. De mensch moet gelooven wat God zegt, en wie dat niet gelooft beleedigt Hem, hoont zijn eere en krenkt zijn
goed
kwaad
of
majesteit.
is.
En
,,
Reeds op aarde onder menschen geldt het
beleediging, als
voor leugen."
gekrenkt en vertreden worden, dan doordien zijn schepsel
schold?
Johannes
woorden
uit:
spreekt
het
(1
Wie ook nu weer den
Joh.
V
:
10)
die
tot
God
een leugenaar gemaakt, dewijl
leugenaar
daarom met dezelfde kwam, verwerpt,
hij
God
niet
niet geloofd heeft
gelooft,
heeft
de getuigenis,
betuigd heeft van zijnen Zoon".
Hoe hangt in
Hem
Christus, nadat Hij
herhaalt de zonde van het paradijs, „want wie
Hem
de ergerlijkste
als
men tot iemand zegt: „Ik geloof u niet, en houd uw woord En hoe kon dan de eeuwige Majesteit dieper gegriefd,
dit nu saam met de straffe des doods ? Hoogst natuurlijk en eenvoudig. Leven is verbonden zijn aan God. Wie gemeenschap met het Eeuwige Wezen mag verkeeren, leejt] wie van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's