In de schaduwe des doods - pagina 92
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
84
weemoedig
bijvoegt,
opheffen?" D. w. z.
als
„maar
een
verslagene
van
geest,
wie
zal
dien
ge op het ziekbed een ingezonken geest in den lijder met hem te beginnen.
vindt, valt er zoo niets
Dit nu
is,
gelijk vanzelf spreekt,
geheel in het natuurlijke gesprobij onbeheerde, en zooals het
Gesproken zooals het voorkomt voorkomt bij hekeerde menschen. Toch is bij beiden de zondige en ken.
de
edele
aandrift
zeer
ver-
schillend.
Een kind van God,
dat goed staat, weet dat het zesde gebod hem leven in gevaar te brengen, en hem dus gebiedt al te doen wat zijn leven ondersteunen kan. Ook weet hij, dat, hoe machteloos en niets zijn geest ook in zichzelven zij, de genade een mysterieuse macht is, waardoor het geloof alle dingen vermag; alsook dat de kracht des Heeren juist in zulke zwakheden volbracht wordt. Hij kent dus het gebod. Hij kent zijn eigen machteloosheid. Maar hij kent ook de Bron, waaruit de kracht vloeit. En nu komen de geloofswerkingen, en door die geloofswerkingen triomfeert hij. Altoos meer dan overwinnaar door Hem die ons heeft liefgehad. Maar ook een bekeerd mensch kan ingezonken zijn. Dat het geloof niet werkt. Dat de Bron van kracht hem niet voor het zielsoog schittert. En dan is hij er zeer erg aan toe, want dan heeft hij niets aan het zesde gebod, en hindert hem de kennisse van zijn eigen
verbiedt
zijn
zwakheid.
Vandaar dan ook dat zoo dikwijls bekeerde menschen als ellendigen op hun ziekbed liggen, en door de kranken der wereld vaak beschaamd worden. In gast- of ziekenhuizen is dit niet zoo sterk. Als een kind van God in zoo vreemde omgeving is, eu begrijpt dat men op hem let, en nu weet, dat er de eere van zijn Heiland aan hangt, dan is die hoogere prikkel meestal sterk genoeg, om hem uit zijn slapheid op te heffen. Maar als men alleen ligt, alleen met zijn huisgenooten is, en dus voor niemand zich heeft te schamen, o, dan kan deze gelooflooze inzinking soms zoo stuitend en ergerend zijn, dat alle verheerlijking van Gods Naam van zulk een ziekbed weg; is.
En toch ligt het ook hier meestal uitsluitend aan wat bij het paard voor de volgeladen kar het „aanzetten" heet. Die eerste poging om uit zijn slapheid en inzinking zich op te heffen, is dan metterdaad uiterst moeilijk en vereischt een ongelooflijke
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's