In de schaduwe des doods - pagina 110
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
103 Niet alsof ook daano geen edele ziu sprak, en alsof ook die liefde te waardeeren viel; maar toch het waken in zijn diepsten toon opgevat, is als men geen vreemde, maar eigen is als men overdag al de spanning van het ziekbed meemaakte; en nu, met dat de nacht komt, en terwijl de anderen slapen gaan, al de zorge niet alleen, maar al de bezorgdheid van den zieke op zijn harte draagt. Daarom is er in zulk waken iets van een priesterlijke daad. Zelf waken opdat de kranke slapen kunne.
niet
;
Dat
priesterlijke
waken dat ook Christus in Gethsémané
bij
zijn
jongeren zocht, maar zonder het te vinden, toen Hij uitriep: „Kunt gij ook niet één ure met mij waken?" trouwste
drie
Nu
scheelt dat
Er
kan
waken
naar de aard van de krankheid is. worden bij een typhuslijder, die geheel buiten kennis is, en die niets merkt van het ofter der liefde dat voor hem gebracht wordt. Een waken daarom zoo in dubbelen zin afmattend, omdat zulk een lijder gemeenlijk heel den nacht de stilheid van het slaapvertrek verbreekt met wilde, ijlende uitroepen; de zorge voor den lijder rusteloos doorgaat; en alle vrees van zelf besmet te worden door de macht der liefde moet zijn overwonnen.
gewaakt
veel,
moeten
Weer anders is het waken, als er op het ziekbed veel geleden wordt in duldelooze pijn of telkens terugkeerende benauwdheden. Dat men alles zou willen doen om de pijn te stillen, maar onmachtig staat om de benauwdheden te breken. o, Er is in het lijden zoo oneindige schakeering. Van het ééne ziekbed verschilt het andere zooveel. Ook geestelijk, of ge waakt bij een kranke die de Fontein des levens kent, en ook op het ziekbed iets smaakt van het verborgene Manna, of wel dat uw zieke nog alleen met zijn eigen smarte bezig is, en in het diepst van zijn hart nog tegen zijn God en zijn Heiland mort. Er zijn zoo lieve kranken, bij wie het waken gedeeltelijk zelfs een genot is, zoo dankbaar voor al wat ge doet, zoo tevreden al naar het
uitvalt,
zoo
verlegen
bijna
met uw liefdebetoon.
Maar
er zijn
geduld bijna uitputten; die al uw liefde aanzien voor iets dat vanzelf spreekt u geen oogenblik ruste gunnen, en dan dit, dan dat van u willen, tot ge op het laatst niet meer
ook kranken
die
uw
;
kunt.
En daarom kunt
ge alle waken niet over één kam schereu, en zijn graden van liefde en toewijding zoo verschillend, die het waken bij den één of bij den ander van u afvraagt. Maar onder al die vormen blijft toch in alle waken de ééne hemel„Voor mijn kranke is het noodig, voor mijn sche gedachte u dragen kranke is het goed."
de
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's