Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 72
Deel een. Inleidend deel
,
Afd.
04
dat
50.
hij
,
Hfst.
2.
§ 41.
III.
mits met critiek
,
AUGUSTINUS.
neme van de doctrina
kennis
dialectiek, enz. (cap.
19
v. v.)
;
en
dat
6.
H. Schrift vaste regelen volge, waarvoor tiek in het is
om
,
derde boek aanbiedt.
de waarheid
Augustinus
laat
de
over
te
uit
dan
beste
mondeling
om
genti-
met name van de sterrekunde, de mathesis, de logica en
lium,
En op
hij zelf
bij
de uitlegging der
een korte hermeneu-
deze schets van wat noodig
de H. Schrift ordentelijk voort
in zijn vierde
om
wijze,
hij
te
brengen
boek een korte studie volgen
de gevonden waarheid schriftelijk en
prediken en te verdedigen. Zijn doel hiermede
een Christelijke Rhetorica te leveren (cap.
1);
is
niet
maar om, met
de regelen der rhetorica voor oogen, de vraag te beantwoorden,
hoe deze op zoo
heilige
delectare en flectere
materie moeten toegepast.
hem
is
Het docere
,
daarbij hoofdzaak (cap. 17), en hij ont-
lokt voor dit drieërlei streven den grondtoon, èn aan de eloquentia der
H. Schrift zelve
(cap.
6)
èn aan die der beroemdste kerkelijke
En moet ongetwijfeld het gebed voor dezen arbeid toerusten, toch maakt zulk bidden het nadenken en de oefening allerminst overbodig (cap. 16). Anders, zoo zegt hij, redenaars en schrijvers (cap. 21).
kan ook uw gebed bidt, weet
De
veilig
uw Vader,
dat
gij
al
,
om
eer gij
deze dingen behoeft."
encyclopaedische beteekenis van
ging van Augustinus
„want ook
achterwege blijven,
dit geschrift ligt
zich rekenschap te
dus
in
de po-
geven van de roeping
en de methode van den Theoloog. Beter philosoof dan philoloog,
meer systematicus dan exegeet, voelde hij zich gedrongen, om, nog wel niet de Theologie zelve, maar dan toch de Theologische studie in te denken, en haar het spoor te wijzen. hij
tot een
voor
zijn tijd helder inzicht in
Daardoor geraakte
de tegenstelling tusschen
de heilige en profane wetenschap, zonder daarom de waardij der laatste te
miskennen. Opzettelijk
zelfs
onderscheidt
hij
bij
de pro-
fane studie datgene wat de eert
,
en spreekt dan
hominum partim
uit
mensch waarneemt en wat hij zelf institudat hetgeen quod est secundum institutiones
superstitiosum
non
est,
partim superstitiosum
est." (Lib II c. 20).
Hij verlaat den algemeenen menschelijken bodem onzer kennis dus niet, maar zoekt er voor de Theologie een eigen
plaats.
Scherp
de
getrokken, waardoor hij de wetenschap en de kunst op theologisch terrein vaneen scheidt, en voor beide is
lijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 72](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's