Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 272

Afd.

264

Hfst.

2.

III.

men

oder eine Theologische Gelahrtheit." Toch kan

ten,

goddeloos

die Gelahrtheit

ist "

,

21). In

(p.

Gabe etwas vorzutragen"

eine

,

de derde plaats (p.

En

23).

,,

is

noodig: „drittens

nebst diesem allen

noch viertens die Heiligkeit des Lebens nöthig"

onsamenhangende gegevens noemt doel

kunnen streven

te

25).

(p.

:

Hierover laat

geistlichen".

zeggen

hij

in Piètistischen zin:

Deze

23).

(p.

ist

vier

dan saam het „Endzweck",

om

naar

dit

Vooreerst „die natürliche Gaben

und Fahigkeiten iudicium, memoria

men

hij

nu na, welke gaven iemand bezitten moet,

en gaat

geleerd en

„Darum muss noch mehreres und zwar vors andere kommen welche was gantz anders als

zijn.

himmlische Weisheit dazu

die

WALCH.

§ 88.

et

ingenium

zich in dezer

";

maar dan ook

voege

uit,

„Demnach mussen

„die

bijna zou

die geistlichen

Gaben dazu kommen, dass man nemlich wiedergeboren und bekehrt folglich den Glauben in sich hat; im Verstande erleuchtet, im

ist;

Hertzen gereiniget seinen Jesu

allein

wijst

und

ist,

dienet"

also nicht

(p.

27).

mehr der Sünde, sondern

Slechts in één opzicht echter

het verband tusschen Theologie en Wedergeboorte aan.

hij

Kennis van de goddelijke waarheid onderstelt namelijk „eine lige

Versicherung von

dem

und solche durch das

Ansehen der

göttlichen

innerliche Zeugniss des Heiligen Geistes".

Derhalve kan iemand „in welchem der Heilige Geist nicht gleiche 28).

(p.

dus

Walch

den sensus

Schriftautoriteit

Alsnu matiek,

zich

spiritualis

van de Piëtisten

af,

plachten te putten

,

des-

die veeleer materieel

dan dat

zij

formeel de

door het testimonium Spiritus Sancti dekten.

komende, bespreekt Walch eerst de Doghaar bewijs aan de Schrift moet ontleenen. Want

die

nicht

zu

laugnen, dass

in

der dogmatischen Theologie

auch natürliche Wahrheiten mit berührt werden -Artickeln

hebt doch

;

sonderlich in den

von Gott und seinen Wercken im Reich der Natur; so dieses dasjenige nicht auf. Die Rede ist hier von der

geofifenbarten ist.

,

tot de specialia

„obwohl

det

ist

Ueberzeugung nicht haben", en dus ook geen Theoloog zijn Door deze, in beginsel althans, niet onjuiste opmerking

scheidt uit

vól-

Heilige Schrift,

Wahrheit

,

die lediglich auf der heiligen Schrift gegrün-

Die natürliche Wahrheit, die

eigentlich nicht

zum Object

derselbigen

man ;

aus der natürlichen Theologie entlehnt".

mit vortraget, gehort

sondern

sie

wird gleichsam

Een onderscheiding, waar-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen