Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 111

:,

Afd.

THOMAS VAN AQUINO.

Hfst. III. § 54.

2.

H. Schrift kan geargumenteerd worden die zich immers ,

ons desaangaande openbaring

stelt

teerd uit de ratio

En

iets

;

IO3

niet tot taak

geven maar moet geargumen-

te

,

wat ook nu nog elk gezond theoloog toestemt.

werpt men tegen, dat toch ook

de ratio op doolpaden

hierbij

kan voeren, en de H. Schrift ons desaangaande aanwijzingen biedt

waarop acht verzuimt

vrucht

dan

,

Wel

Summa

voor ons

moet veeleer erkend, dat

te zien,

de Scholastiek

wetenschap

als

dat

,

Thomas ook

om

ligt,

nooit

zijn recht te

van dus op de Scholastiek

verre

Thomas'

in

opgemerkt

zij

H. Schrift ten deze tot

correctief der

doen komen. rijke

geven

te

is

het

,

gelijk

haar

laatdunkend neer

de Theologie het eerst door

10.

haarzelfs wille

is

beoefend

;

2.

dat

de Scholastiek het eerst met helderheid de roeping der Theologie ingezien

heeft

om

,

op

bewustzijn

nemen

te

verhouding van

inhoud der Openbaring

den

de

;

en

3

.

dat

Theologie en

in

ons denkend

voor het eerst voor de

zij

de overige wetenschappen het

onderscheid en den samenhang heeft aangewezen. Alle Theologie,

naam waard

dien

van Aristoteles,

als

(voor zoover ze dus niet eene Theologie in den zin

onderdeel der Philosophie, bedoelt)

aan den draad moeten voortspinnen

Aquino ons i.

in

handen

gaf.

zal

dus steeds

met name Thomas van

die

,

,

Mits onder dit drievoudig voorbehoud

dat de formeele wijze van behandeling niet meer de dialectisch-

catechetische

met de

maar

aan

dus

en

zin der Schrift

haar

inhoud

ontleend

dat

2.

zij;

principium der Theologie ernst worde ge-

S. Scriptura als

maakt,

den

,

de

niet

Roomsche dogmatiek der

beheersche

;

en

3

.

dat wegvalle

al

13e

wat

eeuw in

de

Philosophie, en niet in de Theologie, thuisbehoort.

Vooral toch op deze

op

slag

punt

Zijn toeleg

slag.

is

te laten uitspreken,

pleegt

te

scheepken van

laatste klip stoot het

telkens

om

Thomas

de Doctrina Sacra zich over elk

waarover de Philosophie zich een oordeel

vormen. Dit komt daar vandaan

,

dat

hij

nog geen be-

grip heeft van een Christelijke Philosophie, die een eigen plaats en

roeping heeft, geheel onderscheiden van de Dogmatiek; maar juist dit

verleidt

Dogmatiek uit

hem ook om te

geven, en

telkens

een

philosophie inplaats van

zijn eigen definitie

van de scientia divina

het oog te verliezen. Later zal ons blijken, hoe de Theologie

der Reformatie althans ten deele deze fout inzag en verbeterde, maar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen