Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 103

,

Afd.

Hfst.

2.

III.

vader der scholastiek. Dit komt duidelijk de beweegreden,

„Saepe", zegt et

hem

die

dicunt enim

non

petunt,

1834. p.

weetzucht.

Quod

Erlang.

niet zoozeer apolo-

de vragen en bedenkingen

dat

,

nu en dan met vijandelijke bedoeling

ook ongemerkt den

om

de toeleg,

(ed.

wel bevrediging te zoeken voor eigen

als

erkent namelijk

Hij

die de ongeloovigen

brengen,

fide nostra rationes,

memoriae scribendo commen-

,

contemplatione delectentur"

hieruit spreekt

treden,

te

et verbis

placere eas et arbitrantur satisfacere.

intellectu et

Reeds

1).

op

getisch

schrijven.

sum

per rationem ad fïdem accedant, sed ut eorum,

ut

quae credunt,

sibi

omtrent

hij zelf zegt

Cur Deus homo f deed

zijn:

quatenus cuiusdam quaestionis de

litteris,

;

wat

uit in

95

„et studiosissime a multis rogatus

hij,

quas soleo respondere quaerentibus

darem

ANSELMUS.

§ 52.

in het hart

te

berde

van den geloovige oprijzen,

en

dat

uit

de ratio opkomen, met het eigen wapen der ratio, ter neder-

werpt.

het

,,

Quam

Christianam in

versare

factus

illiterati

quaestionem solent

sit

.

.

qua

,

mtdti quaerunt

vraag gaat

hij

amabilis.'"

tweede boek van

in het

zijn geloof

uit

de ratio op

,

deze

is,

dat hij, blijkens zijn praefatio,

werk een oogenblik geheel den inhoud

om

hoc

in

En

het

dogma

daarna,

als noodzakelijk,

libro, quasi nihil

institutam

esse

eet ....

et veritate,

atque

ex

quae de Christo credimus fieri oportere. " Dit hetzelfde standpunt, dat hij in bijna al zijn dogmatische

is

omnia

,

,

monographiën inneemt. Wel rekent kenteekent

hij

gekeerd

Christianam tinet

(p. 2)."

Een

:

monstratur non minus aperta ratione

humanam

necessitate

hen

Deus

sed etiam

littera.ti

„ propter utilitatem rationisstudie, waarbij het besef van

als

bouwen. „In secundo autem

te

sciatur de Christo

naturam

dit

wegdenkt,

van

multi

necessitate

rationem eius desiderant

kracht zoo hoog gespannen

zijn

vel

quaestione non solum

nu beantwoorden

que pulchritudinem

nu

et

et fideles

obiicere,

ratione

scilicet

De qua

.

deze bedenkingen, die

hij

et infideles nobis, simplicitatem

fatuam deridentes,

quasi

corde

homo

geloovige sterkt, zoo

:

„

quorum

fidem,

objectiones

Christo

(quasi

hij

ook met de

het eerste boek van zijn Cur Deus

et

rationi

fidelium

nunquan

quidem

prior

quia

aliquid

infidelium

putant illam

responsiones fuerit

de

i7ifideles.

homo f

,

ac illo)

als

Zelfs

tegen

respuentium

repugnare,

tandem,

con-

remoto

probat rationibus

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen