De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 22
benevens het Kort Begrip der Christelijke Religie
beltjdt:nissf. bks okloofs.
8
der Sadduceën, welke loochenen, dat er gcest<>n en engplen en ook de dwaling der Manic.heën, die zeggen, dat de duivelen hunnen oorsprong iiit zichzelven hebhen, zijnde uit hunne eigene nature kwaad, zonder dat zij verdorven zijn geworden. ling
zijn,
XIII.
San
obê en
be SSoorjienigfieib
SJegeeriitg
aUev btugcn.
dat die goede God , nadat Hij alle dingen geschapen heeft laten varen, noch den gevalle ofte der fortuine overgegeven, raaar stiert en regeert ze alzoo naar zijnen heiligen wille, dat in deze wereld niets geschiedt zonder zijne ordinantie, hoewel nochtans God noch auteur is, noch schuld heeft van de zonde, die daar geschiedt; want zijne macht en goedhei-.' dat Hij zeer wel eu rechtva:udiolijk is zoo groot en onbegrijpelijk, wanneer ook de duivelen en goddezijn werk beschikt en doet, En.aangr.ande 'fgene Hij doet loozen onrechtvaaidiglijk handelen. boven het begrip des menschel ijken verstands, hetzelve willen wij niet curieuselijk onderzoeken, meer dan ons begiip verdragen kan: maar wij aanbidden met alle ootmoedigheid en eerbiedinge de rechtvaardige oordeelen Gods, die ons verborgen zijn, ons tevreden houdende, dat wij leerjongens Christi zijn, ora alleen te leeren 'tgene Hij ons aanwijst in zijn Woord zonder deze palen te overtreden. Deze leeringe geeft ons eenen onuitsprekelijken troost als wij door dezelve geleerd worden, dat ons niets bij geval overkomen kan, maar dot ir de beschikkinge onzes goedertieren hemelschen Vadei's, die voor ons waakt met eene vaderlijke zorge, houdende alle schepselen onder zijn geweld alzoo dat niet een haar van ons hoofd (want die alle geteld zijn), ook niet één vogelken op de anrde vallen kan, zonder den wil onzes Vaders. Waarop wij ons verlaten, wetende , dat Hij de duivelen in den toom houdt en alle onze vijanden, die ons, zonder zijne toelatinge en wille, niet beschadigen kunnen. En hierover verwerpen wij de verdoemelijke dwaling der Epicureën , dewelke zeggen dat zich God nergens mede bemoeit, en laat alle dingen bij gevalle geschieden.
Wij gelooven
had,
dezelve
,
niet
,
,
,
,
XIV.
J8an be êdiepijinq en ben bnt be§ men^d^en en jijn onüermogeii tot l)et lunre goeb.
Wij gelooven
,
dat
God den mensch geschapen
heeft
van het
st')f
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's
![De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 22](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/de-drie-formulieren-van-eenigheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's