Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 264
Deel een. Inleidend deel
,
Afd.
256
Hfst.
2.
BUDDEUS.
§ 78.
III.
JOANN. FRANC. Buddeus maakte er
zijn
ad universam Theologiam singulasque
theologica
Isagoge
historico-
eius partes
(Lip-
1727) dan ook geen geheim van, dat eruditio vera solidaque
siae, bij
in
hem op den voorgrond
staat
;
want wel moet
er vitae probitas inte-
gritasque morurn bijkomen, maar wie zijn praefatie doorleest bespeurt
toch aanstonds, hoe
terugkomt
(praef.
hij b.
rusteloos
op de „exquisita solidaque eruditio"
verso)
een herhaald dringen op eruditie
1
;
waarin zekere opzettelijke tegenstelling met het Piëtisme onmiskenbaar
Even
is.
was van I7 de
duidelijk blijkt uit Buddeus' voorrede, dat hij zich bewust
breuke met de oude orthodoxie, die sinds het einde der
zijn
eeuw
al
met eene
meer
terrein verloor; eene wijziging, die volgens
Buddeus
wijziging in de algemeene geestesrichting samenhing. Hij
schrijft toch:
Ecquis enim
,,
qui ignorat
est,
,
litterarum studia non
uno eodemque consistere loco, sed quotidie mutari? Certe
eamdem
hodie
viginti, aut
quae tionis
esse
in
illorum
omnino
esse
triginta
faciem,
annos,
persuaserit,
sibi
fuit, se
ignarum eorum omnium,
genere
ita se
(praef. p.
a.
En ook ken, dan bedoeld
habet
mutationis
,
sic
eam
nee
istius
,
expertem
Quod
omni erudiqua theologum imbutum
orbe erudito geruntur, demonstrabit.
decet,
qui,
quae ante
esse,
in
manifestum
est"
2).
dat deze eruditio minder als poging tot zelfstandig den-
bijeenzameling van
als
was,
toont
bijzonderheden
allerlei historische
Buddeus allerminst
te
verhelen.
Zelf toch
omschrijft hij het nieuwe dat hij levert als: „tractatio de origine, incrementis,
partium"
fatis,
corruptione, emendatione singularum theologiae
(ibidem). Eerst hierdoor
hoopt
komen „quam
late theologicae eruditionis
Buddeus
dan ook metterdaad
levert
hij
duidelijk te
campus pateat"
doen
uit-
(p. b. 2).
niet slechts een catalogus
van
de voornaamste geschriften over elk vak, gelijk Lange nog deed,
maar .zich
geeft
ook
ontwikkeld heelt.
indeeling in: liek,
historische overzichten
van de wijze waarop elk vak ,
Hij volgt daartoe de eenigszins zonderlinge
Thetische Theologie;
de Patristiek en de Moraal.
met bijvoeging van de Symbo-
Dan
het Kerkrecht, of dejuris-
prudentia ecclesiastica. Voorts de Polemiek.
Een noch
En
ten slotte de Exegese.
logische noch volledige indeeling, die blijkbaar door
zijn
historische neiging beheerscht werd, en waarbij hij de vooraanplaatsing
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 264](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's