GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van het kerkelijk ambt - pagina 37

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van het kerkelijk ambt - pagina 37

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gereformeerde Stemmen. door nochtans zulk een

kerken,

Doop

wezenlijken

te

doop

als

erkennen, de bediening

door het ambt niet als tot het wezen van den Doop behoorende beschouwd hebben. En ook, ze hebben den nooddoop afgeschaft uit heel anderen hoofde. De Roomschen en Lutherschen verklaarden den nooddoop voor onmisbaar, overmits in hun beschouwing de Heilige Doop iets aan iemand toebracht voor zijn eeuwig leven. Derhalve mocht niemand ongedoopt de eeuwigheid ingaan, of

leed schade.

hij

moet men dus

tot

Op

dat standpunt

nooddoop komen,

of

Onze

vaderen

leerden,

dat

deze voorstelling onjuist is, want dat men door den heiligen Doop niet eerst in het lichaam van Christus wordt ingelijfd, maar

dan op den Doop recht

reeds

in

als

in

dit

lichaam in

is,

een

eiland

zich

had,

men Doop

heeft, als

en dat de

om

„een sienlick teecken" niet strekt

ons

Nood

alleen

om

ons in de sienlicke kerk op aarde

Wet

En doop.

opneming

hiermee

in

de zichtbare kerk

verviel

Niet in het

natuurlijk

allerminste

de nood-

mindere

uit

maar enkel door een

opprijsstelling,

opvatting van den Doop, sienlick teecken voor

als zijnde

plaats.

juistere

enkel een

de sienlicke kerk. wijs nog is aan

Doch ook op andere

te

toonen, dat de ambtelijke bediening voor het

Sacrament geen essentieele beteekenis heeft. Eens is uiteraard den eersten keer het Sacrament toegediend, en natuurlijk die eerste maal kon het door geen ambtelijk persoon worden toegediend. Vandaar dat Abraham zichzelven het Sacrament toediende. Evenzoo toen Mozes' zoon onbesneden was,

is

de be-

snijdenis van dat kind, om den toorne Gods, door een niet-ambtelijk persoon verricht.

En ligen

We

hetzelfde

geldt

immers van den

hei-

Doop. willen

nu

niet spreken over het ver-

en de overeenkomst van Johannes' Doop met onzen Doop. Dit zou te ver leiden. Maar zooveel voelt elk lezer dan toch, dat ook

schil

hier een begin

is

gemaakt.

de

is.

spijs

ons onzen

wezen van de voeding door den mond ga,

het voedsel in de

dat

is

gaf ze er voor.

maag kome.

we gaan op onze voeten. God Maar als een soldaat zijn twee

afgeschoten door een granaat, kan op krukken strompelen, omdat het het wezen van het gaan wel behoort, dat zijn

toch

hij

tot

dit

eeuwigheid niet uitgesloten, maar had alleen

God

tot het

niet

dat

maar wel dat

men

niet zijn

het wezen gegrond

in

het, dat

is

behoort,

dan wordt het daarom toch

de kerk der

bij

wet zoolang die wet

breekt altoos

het

wijl

kind zoo spoedig na de geboorte weg, welnu, uit

dominee

mond gaf om te eten; maar als iemand een mondgebrek heeft, kan men hem de voeding ook door een pijp in de maag brengen; enkel

voeten

En hiermee verandert de zaak natuurlijk geheel. Want neemt God de Heere dan een

geen

terdege verplicht zoude zijn,

noodzakelijk

Wei

de onsienlicke kerk der eeuwigheid, maar

in te lijven.

en

verzeilde,

wel

om, zoo er een kind geboren wierd, dit door den vader zelf te doen doopen. En was het een schip met enkel zusters geweest, of waarvan alleen de vrouwen gered wierden, dan nog zou een der zusters het moeten doen. niet

daarentegen

alleen

En zóó weinig zijn we ook bij den voortgang van den Doop aan de erfopvolging van het ambt gebonden, dat nu nog een groep van kinderen Gods, die door schipbreuk op

men

liefdeloos en onbarmhartig.

is

35

vooruitkome, maar niet noodzakelijk dat

geschiede door de voeten.

Nu mag staat

is,

men,

hem

als

zeker

iemands geen

mond

gat

in

in

goeden

zijn keel

maken, om er hem voedsel door toe te dienen. Dit ware verminking. Neen, zoolang de mond er is, gaat het door dien mond. En zoo ook, zoolang iemands beenen goed zijn, mag hij niet op krukken loopen, dit ware een bespotten van zijn Schepper. Maar is mond of voet onklaar, dan komt er een hulpmiddel, door het wezen der zaak zelf aangewezen, want de mond en de voet bestaan door en ook

om het lichaam, en niet hel lichaam door en om voet of mond. En zoo nu ook hier. God gaf voor den Doop het ambt. Is het ambt dus gereed, dan wordt de Doop door het ambt bediend. God gaf het ambt er voor. Het is zijn ordinantie. Maar raakt het ambt onklaar, dan gebruikt men een hulpmiddel, waardoor het wezen van den Doop gered wordt. Eenvoudig wijl de Doop er niet om het ambt, taaar het ambt er mede om den Doop is. En de noodzakelijkheid van den Doop niet in het ambt maar in de zichtbaarwordino;

van de kerk zelve

Hart.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Abraham Kuyper Collection | 52 Pagina's

Van het kerkelijk ambt - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Abraham Kuyper Collection | 52 Pagina's