GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van het kerkelijk ambt - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van het kerkelijk ambt - pagina 12

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gereformeerde Stemmen.

Over het onderscheid tusschen het ambt

3.

reiniteit

toonen, dat ook de kerkelijke diensten hieron-

splitsing

der vallen; thans wacht ons de taak,

om

de

beperkingen

aan te duiden, die dit begiip van ambt, op kerkelijk terrein ondergaat. Deze beperkingen hebben drieërlei oorsprong; deels in de exceptioneele positie van den Koning der kerk zelven; deels in den exceptioneelen aard van zijn Koninkrijk ; en deels eindelijk in de exceptioneele positie van onderdanen.

zijn

Het ambt, zoo zagen

we,

het orgaan voor

is

de uitvoering van eenig deel der van God uitgaande souvereiniteit door menschen. In zooverre valt dus de mensch Christus Jezus zelf

onder het ambt ;

onze kerken

weshalve

dan ook eenparig en volstandig belijden, dat van God verordineerd en met den Heihij ligen Geest gezalfd

tot

is

een drievuldig ambt,

w. tot onzen hoogsten Profeet en

t.

onzen eenigen Hoogepriester en

tot

leeraar, tot

onzen

terugvinden.

Dat het

beduidenis

geestelijke

Hier daarentegen komt de

kerkrechtelijke

beteekenis van deze ambten ter sprake.

En dan merken we 1.

dit

aanstonds op,

dat

we

aardsche leven drieërlei ambt vonden:

men nu

hem

machtig uitgaat, gaat door

als orgaan,

der menImmers hij wordt tot dit volle ambt gezalfd met den Heiligen Geest, en dat de Zoon van God,

en wel

als orgaan, in

schelijke

natuur

Geest ieder

kan die

zooverre

deelachtig

hij

is.

gaven van den Heiligen is duidelijk voor een

zoodanig geen

als

ontvangen,

met ons

dat

belijdt

de

Heilige

Geest ook van den Zoon uitgaat. Het Filioque. dient

derzocht, hoe dit ambt, dat op den

gelegd,

is

in

verband

staat

ambt dat door God gelegd

on-

Christus

met het andere is in Staat en

School.

Anders toch dreigt er verwarring te komen. Immers van tweeën één zou men zeggen Of op den Christus is niet het volle ambt gelegd; óf wel bijaldien het volle ambt op den Christus rust, dan is er voor een tweede ambtelijke bedeeling naast den Christus geen In de laatst bedoelde fout vervielen de Wederdoopers, die een eigen staat onder Ko-

deze drie: het Staatsambt,

ning Jezus wilden oprichten verviel ten deele de Roomsche kerk met haar leer van de twee

2.

een

in

;

zwaarden; en vervallen nog heden ten deele zij,

die de Overheid

Om Universiteit.

Leeraar.

Kerk.

Staat.

Priester. Kotiing.

wapenen

willen,

om met

het zwaard de ketterij tegen te staan.

parallel.

Bij Christus:

in

plaats.

3.

ambt en het Universiteitsambt, naast de drie ambten die onze Catechismus, op gezag der Heilige Schrift aan den Christus toekent, dan vinden we een merkwaardige

aarde:

aange-

is

de ordinantie, waarnaar God de Heere den mensch met een drievoudige wereld van actie schiep. Doch dat behoeft ons hier niet op te houden. Genoeg dat ons blijkt, hoe in den Christus niet een enkel ambt, niet een deel van het ambt, maar het gansche ambt aanwezig is. Hij is niet de Leeraar, die een ander als Priester naast zich of als Koning boven zich heeft, maar is alle drie zelf. De volheid der Souvereiniteit die van God Altoond,

de

en

het kerkelijk

Op

drievuldige

elders

ambt

Gods;

Universiteit. Stelt

een

zulk gelijk

ligt,

een ambt in

een ambt in den Staat;

de Kerke

tot

juist

kwam

Eer we nu echter verder gaan,

van dit drievuldig ambt verwijzen we naar de artikelen over den Catechismus, die juist in ditzelfde Heravt-xmvamt^ van 1 7 September aan vraag 31 en daarmee aan de drie ambten van den Middelaar toe zijn.

voor

den Staat.

in het leven der volkeren als

eeuwigen Koning.

Voor de

in

wordt uitgeoefend, en die we zoowel bij den Christus

In de excepiioneele positie van den Koning Kerk zelve. Ons eerste artikel stelde het begrip van het ambt vast; het tweede poogde aan te a.

der

de Kerk en

in

op

dit

gewichtig punt zich voor dwa-

ling te vrijwaren,

de grens

aan

te

is

het

daarom zaak zuiver

wijzen, die deze tweeërlei

ambtelijke bedeeling uiteen houdt.

oog springend drie of kringen, waarin goddelijke Souve-

Kennelijk sferen

en

in

het

de

Deze grens nu wordt aangegeven door wat Heilige Schrift noemt het onderscheid

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Abraham Kuyper Collection | 52 Pagina's

Van het kerkelijk ambt - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Abraham Kuyper Collection | 52 Pagina's