Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 153

:

§ anders

niets

—

in

153

+

dan dat de door God den mensch ingeschapen

is,

Uit dezen Lehnsatz volgt, dat

bij

krachten

de weder-

heiligmaking niet iets nieuws in ons geënt wordt, maar omgeworpen krachten door de werking van den H. Geest weer krachten worden omgezet, alleen met dit verschil, dat de krachten, die

de

+

in

Providentia in relatione ad peccatum.

krachten worden omgezet.

bekeering

geboorte, dat

De

5.

—

in

+

van

vroeger

—

in

konden omslaan, nu

meer kunnen omslaan, daar

niet

het omslaan van plus in minus slechts een keer kan plaats hebben.

Om

en

zonde

van

beprip

dit

actuosa

namen

carentia,

Aan

het

zien,

met wie men

van

gebruik

privatio

doen

te

drukken

te

uit

evenwel

die

actuosa

men dan van

sprak

wezen

het

privatio

weergeven.

niet recht

van den naam carentia kan men

of

Zoo spreken de Neo-Kohlbruggianen (Böhl)

heeft.

altoos van carentia, nooit van privatio actuosa.

Nu gaan we de

H. S. opslaan en vragen, in hoever ons de H. S. de zonde

teekent als staande buiten In

63

Jes.

Waarom ons

gij

op

het

doet

we

:

\v^^

2W

behoeften,

maar van een

zegt die profeet, dat het

ons dwalen.

Gij

blijven,

bedektelijk

En

ingebracht.

kwam,

God

dat

is,

dwalen

Er

wordt

inspiratie

staat,

dus een dorst

in

wordt

niet buiten het

bestel en

in.

God

voor

die het volk doet

op

verstokt

Hier gaat een gebed

in

stelt

naam van En nu

van den Heiligen Geest.

hier een aanklacht

niet verder

Waarom

na"?

een heilig oogenblik, niet voor bijzon-

profeet, die zich

tweede plaats

de

in

is

wnn

^^p.TiQ n)n\

wegen, Heere ?

dwalen

want

hij

hem om

;

verder erkent

vraagt

bij

np^,

:

hij,

waarom

de vreeze Gods

te

van het vrome hart tegen God er bijgevoegd, dat dit

Zich van Zijn volk had afgewend.

Wij gaan hier

enz."

God

in

voor een ondoorgrondelijk raadsel

hij

doet

Uwe

rv\:;p_r\_

u niet vreezen ? Keer weder enz.

gansche volk, en dat onder de

dat

mb

^nxn-'D

ons dwalen van

Gij

hart, dat wij

opgenomen.

bestel of als in dat bestel

God, het gebed eens profeets

tot

dere

17 lezen

:

Gods

Duidelijk

Daarom blijkt,

volgt

:

daardoor

„Keer weder

dat de zonde van het

doen Gods geplaatst wordt.

Exodus 4

:

God

zegt tot Mozes, dat Pharao, ondanks de goddelijke teekenen, die

zelf

21.

Het komt hier aan op de slotwoorden

Mozes voor hem doen hart zou verharden. bij

stuit

Pharao,

ons

zal,

het volk niet zal laten trekken, wijl

God

den wederpartijder Gods een verstokking en verharding

niet

zoo,

Pharao's

Dit voorbeeld spreekt niet zoo sterk als het vorige. Dat

als

dat

we

doet afwijken van Zijne wegen.

een vrome hooren klagen, dat

God

intreedt, zijn

hart

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen